Resumen
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. zusammenarbeiten:
  2. zusammen arbeiten:
  3. Wiktionary:


Alemán

Traducciones detalladas de zusammenarbeiten de alemán a neerlandés

zusammenarbeiten:

zusammenarbeiten verbo

  1. zusammenarbeiten
    samenwerken
    • samenwerken verbo (werk samen, werkt samen, werkte samen, werkten samen, samengewerkt)

Translation Matrix for zusammenarbeiten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
samenwerken zusammenarbeiten zusammen arbeiten

Sinónimos de "zusammenarbeiten":


Wiktionary: zusammenarbeiten

zusammenarbeiten
verb
  1. met een of meer aan hetzelfde werken

Cross Translation:
FromToVia
zusammenarbeiten samenwerken collaborate — to work together on a piece of work
zusammenarbeiten collaboreren collaborate — to cooperate treasonably
zusammenarbeiten samenwerken cooperate — to work together
zusammenarbeiten meewerken; aan een wedstrijd deelnemen; wedijveren; concurreren; meedingen concourirtendre ensemble au même but, coopérer.
zusammenarbeiten bijdragen; meewerken contribueraider, de quelque manière que ce soit, à l’exécution, au succès d’un dessein, d’une entreprise ; avoir part à un certain résultat.
zusammenarbeiten meewerken; een coöperatie vormen coopéreropérer conjointement avec quelqu’un, collaborer.

zusammen arbeiten:

zusammen arbeiten verbo

  1. zusammen arbeiten
    samenwerken; coöpereren
    • samenwerken verbo (werk samen, werkt samen, werkte samen, werkten samen, samengewerkt)
    • coöpereren verbo (coöpereer, coöpereert, coöpereerde, coöpereerden, gecoöpereerd)

Translation Matrix for zusammen arbeiten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
coöpereren zusammen arbeiten koöperieren; mitarbeiten
samenwerken zusammen arbeiten zusammenarbeiten