Resumen
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. Attribut:
  2. Wiktionary:


Alemán

Traducciones detalladas de Attribut de alemán a neerlandés

Attribut:

Attribut [das ~] sustantivo

  1. Attribut
    het attribuut
  2. Attribut
    de bepaling; bijvoeglijke bepaling
  3. Attribut
    het kenmerk

Translation Matrix for Attribut:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
attribuut Attribut
bepaling Attribut Adverbiale; Anordnung; Bedingung; Bestimmung; Festsetzen; Forderung; Fügung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Phrase; Verordnung; Voraussetzung; Vorbehalt; mit Masten versehen
bijvoeglijke bepaling Attribut
kenmerk Attribut Abzeichen; Besonderheit; Brandzeichen; Charakterbeschreibung; Charaktereigenschaft; Charakterisierung; Charakteristik; Charakterschilderung; Charakterskizze; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft; Einschläge; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Kennzeichnung; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Spur; Vermerk

Sinónimos de "Attribut":


Wiktionary: Attribut

Attribut
adjective
  1. wanneer het voor een zelfstandig naamwoord geplaatst wordt