Resumen
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. anfliegen:


Alemán

Traducciones detalladas de anfliegen de alemán a neerlandés

anfliegen:

anfliegen verbo

  1. anfliegen (heranfliegen; zufliegen)
    aanvliegen; naderen
    • aanvliegen verbo (vlieg aan, vliegt aan, vloog aan, vlogen aan, aangevlogen)
    • naderen verbo (nader, nadert, naderde, naderden, genaderd)

Translation Matrix for anfliegen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
naderen Annäherung; Bemühung; Entgegenkommen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanvliegen anfliegen; heranfliegen; zufliegen
naderen anfliegen; heranfliegen; zufliegen annähern; begegnen; entgegengehen; entgegenkommen; herankommen; näher kommen; sich nähern

Sinónimos de "anfliegen":