Alemán

Traducciones detalladas de senken de alemán a neerlandés

senken:

senken verbo (senke, senkst, senkt, senkte, senktet, gesenkt)

  1. senken (abrutschen; einsacken; durchfallen; )
    zakken; kelderen
    • zakken verbo (zak, zakt, zakte, zakten, gezakt)
    • kelderen verbo (kelder, keldert, kelderde, kelderden, gekelderd)
  2. senken (abpreisen; reduzieren; herabsetzen)
    verminderen; reduceren; verlagen; afprijzen
    • verminderen verbo (verminder, vermindert, verminderde, verminderden, verminderd)
    • reduceren verbo (reduceer, reduceert, reduceerde, reduceerden, gereduceerd)
    • verlagen verbo (verlaag, verlaagt, verlaagde, verlaagden, verlaagd)
    • afprijzen verbo (prijs af, prijst af, prijsde af, prijsden af, afgeprijsd)
  3. senken (niedriger machen; reduzieren; herabsetzen)
    verlagen; lager maken
  4. senken (sinken; untergehen; versinken; )
    ondergaan; zinken; onder water gaan
  5. senken (durchtränken; imprägnieren; trenken)
    impregneren; doordrenken
    • impregneren verbo (impregneer, impregneert, impregneerde, impregneerden, geïmpregneerd)
    • doordrenken verbo (drenk door, drenkt door, drenkte door, drenkten door, doorgedrenkt)

Conjugaciones de senken:

Präsens
  1. senke
  2. senkst
  3. senkt
  4. senken
  5. senkt
  6. senken
Imperfekt
  1. senkte
  2. senktest
  3. senkte
  4. senkten
  5. senktet
  6. senkten
Perfekt
  1. habe gesenkt
  2. hast gesenkt
  3. hat gesenkt
  4. haben gesenkt
  5. habt gesenkt
  6. haben gesenkt
1. Konjunktiv [1]
  1. senke
  2. senkest
  3. senke
  4. senken
  5. senket
  6. senken
2. Konjunktiv
  1. senkte
  2. senktest
  3. senkte
  4. senkten
  5. senktet
  6. senkten
Futur 1
  1. werde senken
  2. wirst senken
  3. wird senken
  4. werden senken
  5. werdet senken
  6. werden senken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde senken
  2. würdest senken
  3. würde senken
  4. würden senken
  5. würdet senken
  6. würden senken
Diverses
  1. senk!
  2. senkt!
  3. senken Sie!
  4. gesenkt
  5. senkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for senken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
kelderen Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen
reduceren Beschneidung; Einschränkung; Einsparung; Verminderung
zakken Taschen; Tüten
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
afprijzen abpreisen; herabsetzen; reduzieren; senken
doordrenken durchtränken; imprägnieren; senken; trenken
impregneren durchtränken; imprägnieren; senken; trenken
kelderen abrutschen; aus Zink; durchfallen; durchrasseln; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; fallen; galvanisieren; herabsacken; herunterrutschen; sausen; segeln; senken; setzen; sickern; sinken; versenken; versinken; verzinken; zinken kippen; purzeln; stark im Wert fallen; stolpern; stürzen; taumeln; umfallen; umkippen
lager maken herabsetzen; niedriger machen; reduzieren; senken
onder water gaan einsinken; einstürzen; fallen; herunterrutschen; senken; sichsenken; sickern; sinken; umkommen; untergehen; versenken; versinken
ondergaan einsinken; einstürzen; fallen; herunterrutschen; senken; sichsenken; sickern; sinken; umkommen; untergehen; versenken; versinken erliegen; umkommen; untergehen; zugrunde gehen; zusammenbrechen
reduceren abpreisen; herabsetzen; reduzieren; senken beschränken; einschrumpfen; einschränken; herabsetzen; kürzen; reduzieren; schrumpfen; vermindern
verlagen abpreisen; herabsetzen; niedriger machen; reduzieren; senken beschränken; einschrumpfen; einschränken; herabsetzen; kürzen; reduzieren; schrumpfen; vermindern
verminderen abpreisen; herabsetzen; reduzieren; senken beschränken; einschrumpfen; einschränken; geringer werden; herabsetzen; kürzen; reduzieren; schlechter werden; schrumpfen; schwinden; vermindern; verringern; weniger werden
zakken abrutschen; aus Zink; durchfallen; durchrasseln; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; fallen; galvanisieren; herabsacken; herunterrutschen; sausen; segeln; senken; setzen; sickern; sinken; versenken; versinken; verzinken; zinken
zinken einsinken; einstürzen; fallen; herunterrutschen; senken; sichsenken; sickern; sinken; umkommen; untergehen; versenken; versinken vergehen; zerfallen; zurückgehen; zurücklaufen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
zinken aus Zink

Sinónimos de "senken":



Traducciones relacionadas de senken