Resumen
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. wegfliegen:


Alemán

Traducciones detalladas de wegfliegen de alemán a neerlandés

wegfliegen:

wegfliegen verbo (fliege weg, fliegst weg, fliegt weg, flog weg, floget weg, weggeflogen)

  1. wegfliegen (aufsteigen; abfliegen; fortfliegen)
    opstijgen; wegvliegen; afvliegen
    • opstijgen verbo (stijg op, stijgt op, steeg op, stegen op, opgestegen)
    • wegvliegen verbo (vlieg weg, vliegt weg, vloog weg, vlogen weg, weggevlogen)
    • afvliegen verbo (vlieg af, vliegt af, vloog af, vlogen af, afgevlogen)
  2. wegfliegen (verwehen; wegwehen; fortfliegen; davoneilen; wegsausen)
    wegwaaien; verwaaien; wegstuiven
    • wegwaaien verbo (waai weg, waait weg, waaide weg, waaiden weg, weggewaaid)
    • verwaaien verbo (verwaai, verwaait, verwoei, verwoeien, verwaaid)
    • wegstuiven verbo (stuif weg, stuift weg, stoof weg, stoven weg, weggestoven)

Conjugaciones de wegfliegen:

Präsens
  1. fliege weg
  2. fliegst weg
  3. fliegt weg
  4. fliegen weg
  5. fliegt weg
  6. fliegen weg
Imperfekt
  1. flog weg
  2. flogst weg
  3. flog weg
  4. flogen weg
  5. floget weg
  6. flogen weg
Perfekt
  1. bin weggeflogen
  2. bist weggeflogen
  3. ist weggeflogen
  4. sind weggeflogen
  5. seid weggeflogen
  6. sind weggeflogen
1. Konjunktiv [1]
  1. fliege weg
  2. fliegest weg
  3. fliege weg
  4. fliegen weg
  5. flieget weg
  6. fliegen weg
2. Konjunktiv
  1. flöge weg
  2. flögest weg
  3. flöge weg
  4. flögen weg
  5. flöget weg
  6. flögen weg
Futur 1
  1. werde wegfliegen
  2. wirst wegfliegen
  3. wird wegfliegen
  4. werden wegfliegen
  5. werdet wegfliegen
  6. werden wegfliegen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde wegfliegen
  2. würdest wegfliegen
  3. würde wegfliegen
  4. würden wegfliegen
  5. würdet wegfliegen
  6. würden wegfliegen
Diverses
  1. flieg weg!
  2. fliegt weg!
  3. fliegen Sie weg!
  4. weggeflogen
  5. wegfliegend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for wegfliegen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
afvliegen Abfliegen; Wegfliegen
opstijgen Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen
wegvliegen Abfliegen; Wegfliegen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
afvliegen abfliegen; aufsteigen; fortfliegen; wegfliegen abspringen
opstijgen abfliegen; aufsteigen; fortfliegen; wegfliegen abheben; akzelerieren; angehen; anlaufen; ansteigen; anziehen; aufbrechen; aufführen; aufrücken; aufstauben; aufsteigen; aufwallen; aufwehen; aufwerfen; aufwirbeln; aufziehen; davontragen; einläuten; einschnauben; einschnupfen; emporsteigen; erheben; errichten; ersteigen; heben; heraufkommen; heraufsteigen; herausquellen; hinaufgehen; hinaufkommen; hinaufsteigen; hissen; hochkrempeln; hochsteigen; hochziehen; sichheben; sprudeln; starten; steigen; steigern; verkehren; verwirken; wallen
verwaaien davoneilen; fortfliegen; verwehen; wegfliegen; wegsausen; wegwehen
wegstuiven davoneilen; fortfliegen; verwehen; wegfliegen; wegsausen; wegwehen davoneilen; davonlaufen
wegvliegen abfliegen; aufsteigen; fortfliegen; wegfliegen
wegwaaien davoneilen; fortfliegen; verwehen; wegfliegen; wegsausen; wegwehen

Sinónimos de "wegfliegen":