Traducir component part de inglés a neerlandés

• component: onderdeel
• part: onderdeel; deel; stuk; element; component; bestanddeel; ingrediënt; fractie; basisbestanddeel; gedeelte; part; aandeel; deeltje; onderdeeltje; segment; portie; splitsen; loskoppelen; uitsplitsen; uit elkaar halen; scheiden; uit elkaar gaan; uiteengaan; van elkaar gaan

Translation Matrix for component part:

Sinónimos de "component part":

Definiciones relacionadas de "component part":