Inglés

Traducciones detalladas de define de inglés a neerlandés

define:

to define verbo (defines, defined, defining)

  1. to define (determine; outline)
    definiëren; bepalen; omschrijven
    • definiëren verbo (definieer, definieert, definieerde, definieerden, gedefinieerd)
    • bepalen verbo (bepaal, bepaalt, bepaalde, bepaalden, bepaalt)
    • omschrijven verbo (omschrijf, omschrijft, omschreef, omschreven, omschreven)
  2. to define (pinpoint; indicate; point out; )
    aanduiden; indiceren; aangeven; wijzen; iets aanwijzen
    • aanduiden verbo (duid aan, duidt aan, duidde aan, duidden aan, aangeduid)
    • indiceren verbo (indiceer, indiceert, indiceerde, indiceerden, geïndiceerd)
    • aangeven verbo (geef aan, geeft aan, gaf aan, gaven aan, aangegeven)
    • wijzen verbo (wijs, wijst, wees, wezen, gewezen)
  3. to define (tell; say; expound; )
    zeggen; vertellen; uiteenzetten; verhalen; mededelen
    • zeggen verbo (zeg, zeg/zegt, zegt, zei, zeiden, gezegd)
    • vertellen verbo (vertel, vertelt, vertelde, vertelden, verteld)
    • uiteenzetten verbo (zet uiteen, zette uiteen, zetten uiteen, uiteengezet)
    • verhalen verbo (verhaal, verhaalt, verhaalde, verhaalden, verhaald)
    • mededelen verbo (deel mede, deelt mede, deelde mede, deelden mede, medegedeeld)
    beschrijven
    – precies vertellen hoe het eruitziet of hoe het ging 1
    • beschrijven verbo (beschrijf, beschrijft, beschreef, beschrijfden, beschreven)
      • de nieuwslezer beschreef de gebeurtenissen1
  4. to define (characterize; depict; mark; describe; characterise)
    – determine the essential quality of 2
    karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren
    • karakteriseren verbo (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
    • kenmerken verbo (kenmerk, kenmerkt, kenmerkte, kenmerkten, gekenmerkt)
    • kenschetsen verbo (kenschets, kenschetst, kenschetste, kenschetsten, gekenschetst)
    • typeren verbo (typeer, typeert, typeerde, typeerden, getypeerd)
  5. to define (demarcate; outline; fence off; )
    begrenzen; afbakenen; afzetten; omlijnen; afpalen
    • begrenzen verbo (begrens, begrenst, begrenste, begrensten, begrenst)
    • afbakenen verbo (baken af, bakent af, bakende af, bakenden af, afgebakend)
    • afzetten verbo (zet af, zette af, zetten af, afgezet)
    • omlijnen verbo (omlijn, omlijnt, omlijnde, omlijnden, omlijnd)
    • afpalen verbo (paal af, paalt af, paalde af, paalden af, afgepaald)
  6. to define (state precisely)
    preciseren; nader omschrijven

Conjugaciones de define:

present
  1. define
  2. define
  3. defines
  4. define
  5. define
  6. define
simple past
  1. defined
  2. defined
  3. defined
  4. defined
  5. defined
  6. defined
present perfect
  1. have defined
  2. have defined
  3. has defined
  4. have defined
  5. have defined
  6. have defined
past continuous
  1. was defining
  2. were defining
  3. was defining
  4. were defining
  5. were defining
  6. were defining
future
  1. shall define
  2. will define
  3. will define
  4. shall define
  5. will define
  6. will define
continuous present
  1. am defining
  2. are defining
  3. is defining
  4. are defining
  5. are defining
  6. are defining
subjunctive
  1. be defined
  2. be defined
  3. be defined
  4. be defined
  5. be defined
  6. be defined
diverse
  1. define!
  2. let's define!
  3. defined
  4. defining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for define:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aanduiden indicating; pointing out; showing
aangeven declaration
afbakenen fencing off
afpalen fencing off
afzetten amputating; amputation; removing; taking
bepalen declaring; decreeing; determine; dictating; ordering; prescribe; requiring
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanduiden define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show
aangeven define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show betray; declare; delate; deliver up; extend; give; give away; give to; hand; hand over; inform against; offer; pass; peach; present with; squeak; squeal
afbakenen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out
afpalen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out
afzetten clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out amputate; be deceived; be duped; border; bring to a halt; bring to a standstill; cheat; deceive; diddle; disconnect; dodge; drop; drop off somewhere; edge; extinguish; fool; halt; hoodwink; lie; make out; matter; put down; put out; put someone off; set out; stop; swindle; switch off; trick; turn off; woodwink
begrenzen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out bound; enclose; end; limit; surround
bepalen define; determine; outline assess; calculate; determine; establish; estimate; identify
beschrijven cover; define; depict; describe; explain; expound; recount; report; say; tell describe; outline; reproduce; sketch
definiëren define; determine; outline
iets aanwijzen define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show
indiceren define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show
karakteriseren characterise; characterize; define; depict; describe; mark characterise; characterize; mark; typify
kenmerken characterise; characterize; define; depict; describe; mark characterise; characterize; mark; typify
kenschetsen characterise; characterize; define; depict; describe; mark characterise; characterize; mark; typify
mededelen cover; define; depict; describe; explain; expound; recount; report; say; tell
nader omschrijven define; state precisely
omlijnen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out
omschrijven define; determine; outline describe; outline; sketch
preciseren define; state precisely compute; draw up; elaborate; work out
typeren characterise; characterize; define; depict; describe; mark characterise; characterize; mark; typify
uiteenzetten cover; define; depict; describe; explain; expound; recount; report; say; tell clarify; explain; make clear; make explicit; place apart; put apart
verhalen cover; define; depict; describe; explain; expound; recount; report; say; tell narrate; report; tell
vertellen cover; define; depict; describe; explain; expound; recount; report; say; tell bring something up; narrate; report; tell; ventilate
wijzen define; indicate; pinpoint; point; point out; point to; show draw attention to; indicate; point; point out; show; signal
zeggen cover; define; depict; describe; explain; expound; recount; report; say; tell bring something up; call attention to; indicate; inform; instil; instill; make known; point out; tell; ventilate
- delimit; delimitate; delineate; determine; fix; limit; set; specify

Palabras relacionadas con "define":


Sinónimos de "define":


Definiciones relacionadas de "define":

  1. decide upon or fix definitely2
  2. give a definition for the meaning of a word2
  3. determine the essential quality of2
  4. determine the nature of2
    • What defines a good wine?2
  5. show the form or outline of2
    • The tree was clearly defined by the light2
    • The camera could define the smallest object2

Wiktionary: define

define
verb
  1. state meaning of
  2. to determine
define
verb
  1. (overgankelijk) de aard van iets in een omschrijving vastleggen

Cross Translation:
FromToVia
define definiëren definierenWissenschaft: die Bedeutung eines Begriffs genau festlegen
define definiëren définir — Déterminer avec précision un être, une chose, en donner la définition
define bepalen; bevestigen; fixeren; tuigeren; vastmaken; vaststellen; definiëren; omschrijven fixerattacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place.

Traducciones relacionadas de define