Inicio ->Diccionarios ->español/neerlandés ->Traducir acusado

Traducir acusado de español a neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Español a neerlandés: más información...

acusado:
- verdachte; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; aangeklaagde
- twijfelachtig; betwistbaar; aanvechtbaar; kwestieus; bestrijdbaar; dubieus; beklaagd
Wiktionary:
- acusado → aangeklaagde, beklaagde, beschuldigde

Español

Traducciones detalladas de acusado de español a neerlandés

acusado:

acusado [el ~] sustantivo

el acusado (procesado)
de verdachte; de beklaagde; de beschuldigde; de gedaagde; de aangeklaagde
- verdachte [de ~] sustantivo
- beklaagde [de ~] sustantivo
- beschuldigde [de ~] sustantivo
- gedaagde [de ~] sustantivo
- aangeklaagde [de ~] sustantivo

acusado adj.

acusado (cuestionable; indeciso; dudoso; incierto; discutible; inculpado)
twijfelachtig; betwistbaar; aanvechtbaar; kwestieus; bestrijdbaar; dubieus
- twijfelachtig adj.
- betwistbaar adj.
- aanvechtbaar adj.
- kwestieus adj.
- bestrijdbaar adj.
- dubieus adj.
acusado
beklaagd
- beklaagd adj.

Translation Matrix for acusado:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
aangeklaagde	acusado; procesado
beklaagde	acusado; procesado
beschuldigde	acusado; procesado
gedaagde	acusado; procesado
verdachte	acusado; procesado
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
aanvechtbaar	acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso
betwistbaar	acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso
dubieus	acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso	cuestionable; discutible; dudoso; lúgubre; malicioso; oscuro; siniestro; sombrío; sospechoso
kwestieus	acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso	cuestionable; discutible; dudoso; sospechoso
twijfelachtig	acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso	cuestionable; discutible; dudoso; sospechoso
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
beklaagd	acusado
bestrijdbaar	acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso

Palabras relacionadas con "acusado":

acusada, acusadas, acusados

Sinónimos de "acusado":

destacado; marcado; pronunciado; acentuado; perceptible; dibujado
querellado; denunciado; demandado
reo; procesado; inculpado; imputado

Wiktionary: acusado

acusado

noun

iemand tegen wie een aanklacht is ingediend
- aangeklaagde → acusado
iemand die voor de rechter van iets beschuldigd wordt
- beklaagde → acusado
een persoon die de schuld heeft gekregen van iets
- beschuldigde → acusado

Traducciones relacionadas de acusado

banquillo del acusado

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios