Español

Traducciones detalladas de recomendar de español a neerlandés

recomendar:

recomendar verbo

  1. recomendar (aconsejar)
    adviseren; aanraden; van raad dienen
    • adviseren verbo (adviseer, adviseert, adviseerde, adviseerden, geadviseerd)
    • aanraden verbo (raad aan, raadt aan, ried aan, rieden aan, aangeraden)
  2. recomendar (aconsejar)
    adviseren; aanprijzen
    • adviseren verbo (adviseer, adviseert, adviseerde, adviseerden, geadviseerd)
    • aanprijzen verbo (prijs aan, prijst aan, prees aan, prezen aan, aangeprezen)
  3. recomendar (aconsejar)
    recommanderen
    • recommanderen verbo (recommandeer, recommandeert, recommandeerde, recommandeerden, gerecommandeerd)
  4. recomendar (vocear sus mercancías)
    aanbevelen; aanprijzen
    • aanbevelen verbo (beveel aan, beveelt aan, beval aan, bevolen aan, aanbevolen)
    • aanprijzen verbo (prijs aan, prijst aan, prees aan, prezen aan, aangeprezen)
  5. recomendar (proponer; nombrar)
    aanbevelen; voordragen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren
    • aanbevelen verbo (beveel aan, beveelt aan, beval aan, bevolen aan, aanbevolen)
    • voordragen verbo (draag voor, draagt voor, droeg voor, droegen voor, voorgedragen)
    • aanraden verbo (raad aan, raadt aan, ried aan, rieden aan, aangeraden)
    • nomineren verbo (nomineer, nomineert, nomineerde, nomineerden, genomineerd)
  6. recomendar
    voorleggen; ter overweging geven
    • voorleggen verbo (leg voor, legt voor, legde voor, legden voor, voorgelegd)
    • ter overweging geven verbo (geef ter overweging, geeft ter overweging, gaf ter overweging, gaven ter overweging, ter overweging gegeven)

Conjugaciones de recomendar:

presente
  1. recomiendo
  2. recomiendas
  3. recomienda
  4. recomendamos
  5. recomendáis
  6. recomiendan
imperfecto
  1. recomendaba
  2. recomendabas
  3. recomendaba
  4. recomendábamos
  5. recomendabais
  6. recomendaban
indefinido
  1. recomendé
  2. recomendaste
  3. recomendó
  4. recomendamos
  5. recomendasteis
  6. recomendaron
fut. de ind.
  1. recomendaré
  2. recomendarás
  3. recomendará
  4. recomendaremos
  5. recomendaréis
  6. recomendarán
condic.
  1. recomendaría
  2. recomendarías
  3. recomendaría
  4. recomendaríamos
  5. recomendaríais
  6. recomendarían
pres. de subj.
  1. que recomiende
  2. que recomiendes
  3. que recomiende
  4. que recomendemos
  5. que recomendéis
  6. que recomienden
imp. de subj.
  1. que recomendara
  2. que recomendaras
  3. que recomendara
  4. que recomendáramos
  5. que recomendarais
  6. que recomendaran
miscelánea
  1. ¡recomienda!
  2. ¡recomendad!
  3. ¡no recomiendes!
  4. ¡no recomendéis!
  5. recomendado
  6. recomendando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for recomendar:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanbevelen nombrar; proponer; recomendar; vocear sus mercancías
aanprijzen aconsejar; recomendar; vocear sus mercancías
aanraden aconsejar; nombrar; proponer; recomendar
adviseren aconsejar; recomendar adivinar; appreciar; conjeturar; estimar; hacer conjeturas; inspirar; pintar; presentar; proponer; provocar; representar; sugerir
iemand recommanderen nombrar; proponer; recomendar
nomineren nombrar; proponer; recomendar
recommanderen aconsejar; recomendar
ter overweging geven recomendar
van raad dienen aconsejar; recomendar
voordragen nombrar; proponer; recomendar declamar; declamar versos; orar; pronunciar un discurso; recitar
voorleggen recomendar aparecer; demostrar; enseñar; exhibir; hacer la presentación de; manifestar; mostrar; ofertar; ofrecer; parecer; poner; presentar; proyectar; representar; someter a

Sinónimos de "recomendar":


Wiktionary: recomendar

recomendar
verb
  1. over iets of iemand bij iemand (positief) vertellen en adviseren om datgene/diegene te gebruiken/in te schakelen
  2. aanprijzen
  3. raad geven om iets te doen

Cross Translation:
FromToVia
recomendar bepleiten advocate — argue for
recomendar aanmoedigen encourage — spur on, recommend
recomendar aanraden; aanbevelen recommend — to commend to the favorable notice of another
recomendar aanbevelen; aanprijzen; aanraden; recommanderen; adviseren empfehlen — (transitiv) jemanden als vorteilhaft, geeignet, zuverlässig infrage kommend benennen; jemandem anraten, sich für jemanden beziehungsweise etwas zu entscheiden
recomendar aanbevelen; recommanderen; aantekenen recommander — à trier