Inicio ->Diccionarios ->español/neerlandés ->Traducir testarudez

Traducir testarudez de español a neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Español a neerlandés: más información...

testarudez:
- koppigheid; hardnekkigheid; weerbarstigheid; weerspannigheid; halsstarrigheid; stijfkoppigheid; stijfhoofdigheid; hardhoofdigheid; eigenzinnigheid; eigenwijsheid; eigengereidheid

Español

Traducciones detalladas de testarudez de español a neerlandés

testarudez:

testarudez [la ~] sustantivo

la testarudez
de koppigheid; de hardnekkigheid; de weerbarstigheid; de weerspannigheid; de halsstarrigheid; de stijfkoppigheid; stijfhoofdigheid; hardhoofdigheid
- koppigheid [de ~ (v)] sustantivo
- hardnekkigheid [de ~ (v)] sustantivo
- weerbarstigheid [de ~ (v)] sustantivo
- weerspannigheid [de ~ (v)] sustantivo
- halsstarrigheid [de ~ (v)] sustantivo
- stijfkoppigheid [de ~ (v)] sustantivo
- stijfhoofdigheid [znw.] sustantivo
- hardhoofdigheid [znw.] sustantivo
la testarudez (obstinación; capricho; terquedad; tozudez)
de eigenzinnigheid; de eigenwijsheid; de eigengereidheid
- eigenzinnigheid [de ~ (v)] sustantivo
- eigenwijsheid [de ~ (v)] sustantivo
- eigengereidheid [de ~ (v)] sustantivo

Translation Matrix for testarudez:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
eigengereidheid	capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
eigenwijsheid	capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
eigenzinnigheid	capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
halsstarrigheid	testarudez
hardhoofdigheid	testarudez
hardnekkigheid	testarudez
koppigheid	testarudez
stijfhoofdigheid	testarudez
stijfkoppigheid	testarudez
weerbarstigheid	testarudez
weerspannigheid	testarudez	desgana; mala voluntad

Sinónimos de "testarudez":

cabezonería; empecinamiento; obcecación; obstinación; pertinacia; terquedad; tozudez; tesonería; empeño; porfía; emperramiento

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios