Francés

Traducciones detalladas de enthousiasme de francés a neerlandés

enthousiasme:

enthousiasme [le ~] sustantivo

  1. l'enthousiasme (ardeur; inspiration; exaltation; )
    het enthousiasme; de bezieling; de bevlogenheid; de geestdrift
  2. l'enthousiasme (ardeur; enchantement; extase; )
    het enthousiasme; de gedrevenheid
  3. l'enthousiasme (exubérance; exaltation; enchantement; )
    het enthousiasme; de uitgelatenheid; de uitbundigheid
  4. l'enthousiasme (extase; transe; enchantement; )
    de vervoering; de extase; de betovering; de geestvervoering; de trance; de verrukking

Translation Matrix for enthousiasme:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
betovering enchantement; ensorcellement; enthousiasme; envoûtement; extase; ravissement; transe appas; attirance; attraction; attrait; charme; enchantement; ensorcellement; envoûtement; fascination; pouvoir de séduction; pouvoir magique
bevlogenheid animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement
bezieling animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement
enthousiasme animation; ardeur; aventure; enchantement; enthousiasme; exaltation; expérience; extase; exubérance; feu; grande joie; inspiration; liesse; passion; élan; événement
extase enchantement; ensorcellement; enthousiasme; envoûtement; extase; ravissement; transe
gedrevenheid ardeur; enchantement; enthousiasme; exaltation; extase; grande joie; passion; élan ardeur; verve; véhémence
geestdrift animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement
geestvervoering enchantement; ensorcellement; enthousiasme; envoûtement; extase; ravissement; transe
trance enchantement; ensorcellement; enthousiasme; envoûtement; extase; ravissement; transe
uitbundigheid ardeur; enchantement; enthousiasme; exaltation; extase; exubérance; grande joie; liesse; élan
uitgelatenheid ardeur; enchantement; enthousiasme; exaltation; extase; exubérance; grande joie; liesse; élan enjouement; entrain; gaieté; humeur joyeuse; joie; jovialité
verrukking enchantement; ensorcellement; enthousiasme; envoûtement; extase; ravissement; transe
vervoering enchantement; ensorcellement; enthousiasme; envoûtement; extase; ravissement; transe

Sinónimos de "enthousiasme":


Wiktionary: enthousiasme

enthousiasme
noun
  1. émotion extraordinaire de l’âme, qu’on supposer être l’effet d’une inspiration.

Cross Translation:
FromToVia
enthousiasme geestdrift; enthousiasme enthusiasm — feeling of excited, lively interest

enthousiasmer:

enthousiasmer verbo (enthousiasme, enthousiasmes, enthousiasmons, enthousiasmez, )

  1. enthousiasmer (animer quelqu'un; promouvoir; applaudir; )
    aanmoedigen; toejuichen; bezielen; aanvuren
    • aanmoedigen verbo (moedig aan, moedigt aan, moedigde aan, moedigden aan, aangemoedigd)
    • toejuichen verbo (juich toe, juicht toe, juichte toe, juichten toe, toegejuicht)
    • bezielen verbo (beziel, bezielt, bezielde, bezielden, bezield)
    • aanvuren verbo (vuur aan, vuurt aan, vuurde aan, vuurden aan, aangevuurd)
  2. enthousiasmer (inspirer; stimuler; vivifier; animer; suggérer)
    inspireren; ingeven; inboezemen
    • inspireren verbo (inspireer, inspireert, inspireerde, inspireerden, geïnspireerd)
    • ingeven verbo (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
    • inboezemen verbo (boezem in, boezemt in, boezemde in, boezemden in, ingeboezemd)
  3. enthousiasmer (animer; inspirer; vivifier; stimuler)
    inspireren; bezielen; een inspirerende werking hebben

Conjugaciones de enthousiasmer:

Présent
  1. enthousiasme
  2. enthousiasmes
  3. enthousiasme
  4. enthousiasmons
  5. enthousiasmez
  6. enthousiasment
imparfait
  1. enthousiasmais
  2. enthousiasmais
  3. enthousiasmait
  4. enthousiasmions
  5. enthousiasmiez
  6. enthousiasmaient
passé simple
  1. enthousiasmai
  2. enthousiasmas
  3. enthousiasma
  4. enthousiasmâmes
  5. enthousiasmâtes
  6. enthousiasmèrent
futur simple
  1. enthousiasmerai
  2. enthousiasmeras
  3. enthousiasmera
  4. enthousiasmerons
  5. enthousiasmerez
  6. enthousiasmeront
subjonctif présent
  1. que j'enthousiasme
  2. que tu enthousiasmes
  3. qu'il enthousiasme
  4. que nous enthousiasmions
  5. que vous enthousiasmiez
  6. qu'ils enthousiasment
conditionnel présent
  1. enthousiasmerais
  2. enthousiasmerais
  3. enthousiasmerait
  4. enthousiasmerions
  5. enthousiasmeriez
  6. enthousiasmeraient
passé composé
  1. ai enthousiasmé
  2. as enthousiasmé
  3. a enthousiasmé
  4. avons enthousiasmé
  5. avez enthousiasmé
  6. ont enthousiasmé
divers
  1. enthousiasme!
  2. enthousiasmez!
  3. enthousiasmons!
  4. enthousiasmé
  5. enthousiasmant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Translation Matrix for enthousiasmer:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aanmoedigen aiguillon; encouragement; exciter; incitation; inciter; stimulant; stimulation; stimuler
aanvuren exciter; inciter; stimuler
toejuichen exciter; inciter; stimuler
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aanmoedigen acclamer; animer quelqu'un; applaudir; attiser; donner du courage; enthousiasmer; exciter; favoriser; inspirer; ovationner; promouvoir; ranimer; stimuler; vivifier acclamer; activer; aggraver; aiguillonner; animer; applaudir; attiser; aviver; encourager; enflammer; exciter; exciter à; faciliter; inciter; motiver; ovationner; ranimer; raviver; stimuler; tisonner; vivifier; éperonner
aanvuren acclamer; animer quelqu'un; applaudir; attiser; donner du courage; enthousiasmer; exciter; favoriser; inspirer; ovationner; promouvoir; ranimer; stimuler; vivifier acclamer; activer; aiguillonner; animer; applaudir; attiser; aviver; encourager; exciter; exciter à; inciter; ovationner; ranimer; stimuler; tisonner
bezielen acclamer; animer; animer quelqu'un; applaudir; attiser; donner du courage; enthousiasmer; exciter; favoriser; inspirer; ovationner; promouvoir; ranimer; stimuler; vivifier activer; animer; enflammer; raviver; stimuler; vivifier
een inspirerende werking hebben animer; enthousiasmer; inspirer; stimuler; vivifier
inboezemen animer; enthousiasmer; inspirer; stimuler; suggérer; vivifier
ingeven animer; enthousiasmer; inspirer; stimuler; suggérer; vivifier administrer; appliquer; apprécier; conjecturer; conseiller; couler à l'oreille; deviner; dicter; donner un médicament; déterminer; estimer; faire avaler; faire consommer; faire prendre; faire une expertise; fixer; indiquer; insinuer; priser; prédire; recommander; souffler; suggérer; taxer; verser; évaluer
inspireren animer; enthousiasmer; inspirer; stimuler; suggérer; vivifier
toejuichen acclamer; animer quelqu'un; applaudir; attiser; donner du courage; enthousiasmer; exciter; favoriser; inspirer; ovationner; promouvoir; ranimer; stimuler; vivifier acclamer; applaudir; ovationner

Sinónimos de "enthousiasmer":


Wiktionary: enthousiasmer


Cross Translation:
FromToVia
enthousiasmer enthousiasmeren enthuse — to cause (someone) to feel enthusiasm

Traducciones relacionadas de enthousiasme



Neerlandés

Traducciones detalladas de enthousiasme de neerlandés a francés

enthousiasme:

enthousiasme [het ~] sustantivo

  1. het enthousiasme (gedrevenheid)
    l'ardeur; l'enthousiasme; l'enchantement; l'extase; l'élan; la passion; l'exaltation; la grande joie
  2. het enthousiasme (bezieling; bevlogenheid; geestdrift)
    l'enthousiasme; l'inspiration; l'ardeur; l'exaltation; le feu; l'élan; l'expérience; la passion; l'animation; l'aventure; l'événement
  3. het enthousiasme (uitbundigheid; uitgelatenheid)
    l'exaltation; l'enchantement; l'enthousiasme; l'extase; l'élan; l'ardeur; la liesse; l'exubérance; la grande joie

Translation Matrix for enthousiasme:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
animation bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift agitatie; animatie; beroering; drukte; gedrang; gewoel; kalmte; levendigheid; ongedurigheid; onrust; stilheid; stilte; toeloop; toevloed
ardeur bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; gedrevenheid; geestdrift; uitbundigheid; uitgelatenheid aandrang; aandrift; ambitie; animo; belangstelling; daadkracht; devotie; doortastendheid; drang; drift; eerzucht; elan; energie; esprit; fascinatie; felheid; fut; geboeidheid; gedrevenheid; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; hitte; ijver; ijverigheid; intensiteit; interesse; inzet; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onrustigheid; onstuimigheid; overgave; passie; pit; puf; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; vlam; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; warmte; wellust; werklust; werkzaamheid; woeligheid; zin; zorgzaamheid
aventure bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift avontuur; belevenis; lotgeval
enchantement enthousiasme; gedrevenheid; uitbundigheid; uitgelatenheid aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aanvechting; ban; bekoorlijkheid; bekoring; betoverende invloed; betovering; extase; fascinatie; geestvervoering; magie; seductie; temptatie; trance; verleiding; verlokking; verovering; verrukking; vervoering; verzoeking
enthousiasme bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; gedrevenheid; geestdrift; uitbundigheid; uitgelatenheid betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering
exaltation bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; gedrevenheid; geestdrift; uitbundigheid; uitgelatenheid dweperij; fanatisme; glorificatie; verheerlijking
expérience bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift belevenis; beleving; bevinding; ervaring; experiment; inspanning; meemaken van een gebeurtenis; ondervinden; ondervinding; poging; praktijk; proef; proefneming; routine
extase enthousiasme; gedrevenheid; uitbundigheid; uitgelatenheid betovering; euforie; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering; welbehagen
exubérance enthousiasme; uitbundigheid; uitgelatenheid dartelheid; joligheid; speelsheid
feu bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift brand; felheid; fik; gloed; haardvuur; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; hitte; intensiteit; kracht; overgave; passie; schieten; stoplicht; verkeerslicht; vlammenzee; vuren; vurigheid; vuur; vuurtje; vuurzee; warmte
grande joie enthousiasme; gedrevenheid; uitbundigheid; uitgelatenheid blijheid; blijmoedigheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vrolijkheid
inspiration bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift ingeving; inspiratie
liesse enthousiasme; uitbundigheid; uitgelatenheid blijheid; blijmoedigheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid; vrolijkheid
passion bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; gedrevenheid; geestdrift animo; belangstelling; bezetenheid; devotie; drift; fascinatie; felheid; geboeidheid; genegenheid; genoegen; genot; gevoeligheid; gloed; hartelijkheid; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; ijver; innigheid; intensiteit; interesse; inzet; jool; kracht; leut; liefkozing; lust; obsessie; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; tederheid; toegewijdheid; toewijding; trouw; verlangen; verliefdheid; vurigheid; vuur; wellust; wens; zachtheid; zin; zorgzaamheid
élan bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; gedrevenheid; geestdrift; uitbundigheid; uitgelatenheid animo; belangstelling; drift; fascinatie; geboeidheid; hartstocht; ijver; ijverigheid; interesse; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; passie; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
événement bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift belevenis; evenement; feit; gebeurtenis; incident; programmagebeurtenis; voorval; zaakje
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
feu zaliger

Wiktionary: enthousiasme

enthousiasme
Cross Translation:
FromToVia
enthousiasme passion; enthousiasme enthusiasm — feeling of excited, lively interest