Resumen
Francés a neerlandés:   más información...
  1. fruits:


Francés

Traducciones detalladas de fruits de francés a neerlandés

fruits:

fruits [le ~] sustantivo

  1. le fruits
    het fruit
    – vruchten die je rauw kunt eten 1
    • fruit [het ~] sustantivo
      • er lag allerlei fruit op de schaal: appels, peren, pruimen, etc.1
  2. le fruits (fruit)
    de vrucht
    – voortbrengsel van boom, struik of plant 1
    • vrucht [de ~] sustantivo
      • peren, appels en noten zijn vruchten1
    het ooft
    • ooft [het ~] sustantivo

Translation Matrix for fruits:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fruit fruits fruit
ooft fruit; fruits
vrucht fruit; fruits

Traducciones relacionadas de fruits