Resumen
Francés a neerlandés:   más información...
  1. passer devant:
  2. Wiktionary:


Francés

Traducciones detalladas de passer devant de francés a neerlandés

passer devant:

passer devant verbo

  1. passer devant (passer; dépasser; rejoindre; rattraper; doubler)
    passeren; voorbijgaan; inhalen; voorbijrijden
    • passeren verbo (passeer, passeert, passeerde, passeerden, gepasseerd)
    • voorbijgaan verbo (ga voorbij, gaat voorbij, ging voorbij, gingen voorbij, voorbij gegaan)
    • inhalen verbo (haal in, haalt in, haalde in, haalden in, ingehaald)
    • voorbijrijden verbo (rijd voorbij, rijdt voorbij, reed voorbij, reden voorbij, voorbij gereden)
  2. passer devant (se croiser)
    voorbijlopen
    • voorbijlopen verbo (loop voorbij, loopt voorbij, liep voorbij, liepen voorbij, voorbij gelopen)

Translation Matrix for passer devant:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
inhalen rattrapage
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
inhalen doubler; dépasser; passer; passer devant; rattraper; rejoindre compenser; engranger; faire rattraper; faire récupérer; rattraper; rejoindre; rentrer; récupérer; réparer
passeren doubler; dépasser; passer; passer devant; rattraper; rejoindre arriver; se passer; se produire; survenir
voorbijgaan doubler; dépasser; passer; passer devant; rattraper; rejoindre aborder; aboutir; aboutir à; arriver; arriver à; atteindre; atterrir; descendre; expirer; finir; parvenir; parvenir à; passer; prendre fin; réussir; s'achever; s'arrêter; s'écouler; se passer; se retrouver; se terminer; se terminer par; stopper; terminer; tomber dans
voorbijlopen passer devant; se croiser
voorbijrijden doubler; dépasser; passer; passer devant; rattraper; rejoindre

Wiktionary: passer devant

passer devant
verb
  1. voorbijgaan

Traducciones relacionadas de passer devant