Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/alemán ->Buscar: uitlenen

Resultados de uitlenen en neerlandés y alemán

Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. uitlenen:
  2. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de uitlenen de neerlandés a alemán

uitlenen:

uitlenen verbo (leen uit, leent uit, leende uit, leenden uit, uitgeleend)

  1. uitlenen (lenen)
    ausleihen
    • ausleihen verbo (leihe aus, leihst aus, leiht aus, leihte aus, leihtet aus, ausgeleiht)

Conjugaciones de uitlenen:

o.t.t.
  1. leen uit
  2. leent uit
  3. leent uit
  4. lenen uit
  5. lenen uit
  6. lenen uit
o.v.t.
  1. leende uit
  2. leende uit
  3. leende uit
  4. leenden uit
  5. leenden uit
  6. leenden uit
v.t.t.
  1. heb uitgeleend
  2. hebt uitgeleend
  3. heeft uitgeleend
  4. hebben uitgeleend
  5. hebben uitgeleend
  6. hebben uitgeleend
v.v.t.
  1. had uitgeleend
  2. had uitgeleend
  3. had uitgeleend
  4. hadden uitgeleend
  5. hadden uitgeleend
  6. hadden uitgeleend
o.t.t.t.
  1. zal uitlenen
  2. zult uitlenen
  3. zal uitlenen
  4. zullen uitlenen
  5. zullen uitlenen
  6. zullen uitlenen
o.v.t.t.
  1. zou uitlenen
  2. zou uitlenen
  3. zou uitlenen
  4. zouden uitlenen
  5. zouden uitlenen
  6. zouden uitlenen
en verder
  1. ben uitgeleend
  2. bent uitgeleend
  3. is uitgeleend
  4. zijn uitgeleend
  5. zijn uitgeleend
  6. zijn uitgeleend
diversen
  1. leen uit!
  2. leent uit!
  5. uitgeleend
  6. uitlenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitlenen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ausleihen lenen; uitlenen lenen

Wiktionary: uitlenen

uitlenen
verb
  1. iets voor tijdelijk gebruik aan een ander afstaan
Cross Translation:
FromToVia
• uitlenen → verleihen; leihen; borgen ↔ lend — to allow to be used temporarily
• uitlenen → leihen; ausleihen ↔ loan — to lend







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0268 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos