Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. diskwalificeren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de diskwalificeren de neerlandés a alemán

diskwalificeren:

diskwalificeren verbo (diskwalificeer, diskwalificeert, diskwalificeerde, diskwalificeerden, gediskwalificeerd)

  1. diskwalificeren (uitsluiten; royeren)
    disqualifizieren; löschen; ausschließen; tilgen; aussperren
    • disqualifizieren verbo (disqualifiziere, disqualifizierst, disqualifiziert, disqualifizierte, disqualifiziertet, disqualifiziert)
    • löschen verbo (lösche, löschst, löscht, löschte, löschtet, gelöscht)
    • ausschließen verbo (schließe aus, schließt aus, schloß aus, schloßt aus, ausgeschlossen)
    • tilgen verbo (tilge, tilgst, tilgt, tilgte, tilgtet, getilgt)
    • aussperren verbo (sperre aus, sperrst aus, sperrt aus, sperrte aus, sperrtet aus, ausgesperrt)

Conjugaciones de diskwalificeren:

o.t.t.
  1. diskwalificeer
  2. diskwalificeert
  3. diskwalificeert
  4. diskwalificeren
  5. diskwalificeren
  6. diskwalificeren
o.v.t.
  1. diskwalificeerde
  2. diskwalificeerde
  3. diskwalificeerde
  4. diskwalificeerden
  5. diskwalificeerden
  6. diskwalificeerden
v.t.t.
  1. heb gediskwalificeerd
  2. hebt gediskwalificeerd
  3. heeft gediskwalificeerd
  4. hebben gediskwalificeerd
  5. hebben gediskwalificeerd
  6. hebben gediskwalificeerd
v.v.t.
  1. had gediskwalificeerd
  2. had gediskwalificeerd
  3. had gediskwalificeerd
  4. hadden gediskwalificeerd
  5. hadden gediskwalificeerd
  6. hadden gediskwalificeerd
o.t.t.t.
  1. zal diskwalificeren
  2. zult diskwalificeren
  3. zal diskwalificeren
  4. zullen diskwalificeren
  5. zullen diskwalificeren
  6. zullen diskwalificeren
o.v.t.t.
  1. zou diskwalificeren
  2. zou diskwalificeren
  3. zou diskwalificeren
  4. zouden diskwalificeren
  5. zouden diskwalificeren
  6. zouden diskwalificeren
en verder
  1. ben gediskwalificeerd
  2. bent gediskwalificeerd
  3. is gediskwalificeerd
  4. zijn gediskwalificeerd
  5. zijn gediskwalificeerd
  6. zijn gediskwalificeerd
diversen
  1. diskwalificeer!
  2. diskwalificeert!
  3. gediskwalificeerd
  4. diskwalificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for diskwalificeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ausschließen buitensluiting
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ausschließen diskwalificeren; royeren; uitsluiten buitensluiten; iemand schrappen; royeren; uitsluiten; uitzonderen
aussperren diskwalificeren; royeren; uitsluiten buitensluiten; iemand schrappen; royeren; uitsluiten; uitzonderen
disqualifizieren diskwalificeren; royeren; uitsluiten iemand schrappen; royeren
löschen diskwalificeren; royeren; uitsluiten blussen; doven; lessen; lossen; smoren; stillen; uitblussen; uitdoven; uitladen; uitschakelen; verwijderen
tilgen diskwalificeren; royeren; uitsluiten aflossen; betalen; delgen; inlossen; loshaken; remplaceren; tenietdoen; vereffenen; vernietigen; vernieuwen; vervangen; verwisselen; voldoen