Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de doorhakken de neerlandés a alemán

doorhakken:

doorhakken verbo (hak door, hakt door, hakte door, hakten door, doorgehakt)

  1. doorhakken (in tweeën houwen; kloven; klieven; )
    streichen; bersten; durchschneiden; splissen; spleißen; durchhauen; schlagen; spalten
    • streichen verbo (streiche, streichst, streicht, strich, stricht, gestrichen)
    • bersten verbo (berste, birst, barst, barstet, geborsten)
    • durchschneiden verbo (durchschnitte, durchschnittest, durchschnitt, durchschnittet, durchschnitten)
    • splissen verbo (splisse, splisst, splisste, splisstet, gesplißt)
    • spleißen verbo (spleiße, spleißt, spliss, splisset, gesplissen)
    • durchhauen verbo (haue durch, haust durch, haut durch, haute durch, hautet durch, durchgehaut)
    • schlagen verbo (schlage, schlägst, schlägt, schlug, schlugt, geschlagen)
    • spalten verbo (spalte, spaltest, spaltet, spaltete, spaltetet, gespaltet)

Conjugaciones de doorhakken:

o.t.t.
  1. hak door
  2. hakt door
  3. hakt door
  4. hakken door
  5. hakken door
  6. hakken door
o.v.t.
  1. hakte door
  2. hakte door
  3. hakte door
  4. hakten door
  5. hakten door
  6. hakten door
v.t.t.
  1. heb doorgehakt
  2. hebt doorgehakt
  3. heeft doorgehakt
  4. hebben doorgehakt
  5. hebben doorgehakt
  6. hebben doorgehakt
v.v.t.
  1. had doorgehakt
  2. had doorgehakt
  3. had doorgehakt
  4. hadden doorgehakt
  5. hadden doorgehakt
  6. hadden doorgehakt
o.t.t.t.
  1. zal doorhakken
  2. zult doorhakken
  3. zal doorhakken
  4. zullen doorhakken
  5. zullen doorhakken
  6. zullen doorhakken
o.v.t.t.
  1. zou doorhakken
  2. zou doorhakken
  3. zou doorhakken
  4. zouden doorhakken
  5. zouden doorhakken
  6. zouden doorhakken
en verder
  1. is doorgehakt
  2. zijn doorgehakt
diversen
  1. hak door!
  2. hakt door!
  3. doorgehakt
  4. doorhakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorhakken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bersten doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven aan stukken springen; barsten; knappen; kunnen stikken; losspringen; ontploffen; openspringen; ploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen
durchhauen doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
durchschneiden doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven doorknippen; doorsnijden
schlagen doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven bakkeleien; behalen; bekampen; beroeren; bestrijden; beuken; bevechten; bonken; duelleren; een klap geven; een opdonder verkopen; een radslag maken; hameren; hard slaan; heien; hengsten; kampen; kleunen; klinken; knokken; matten; meppen; raken; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; tokkelen; treffen; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren; vechten; verkrijgen; winnen
spalten doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen; zich laten splijten
spleißen doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven klieven; kloven; loskoppelen; scheiden; splijten; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteensplijten; uitsplitsen
splissen doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven klieven; kloven; loskoppelen; scheiden; splijten; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteensplijten; uitsplitsen
streichen doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; beschilderen; doorstrepen; intrekken; kalken; lakken; nietig verklaren; omzwerven; sausen; schilderen; verven; vioolspelen; witten; zwerven