Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. hoef:
  2. hoeven:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hoef de neerlandés a alemán

hoef:

hoef [de ~ (m)] sustantivo

  1. de hoef (hoornschoen)
    der Huf; Hufeisen

Translation Matrix for hoef:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Huf hoef; hoornschoen
Hufeisen hoef; hoornschoen hoefbeslag; hoefijzer

Palabras relacionadas con "hoef":


Definiciones relacionadas de "hoef":

  1. onderste deel van de poot van een koe, geit, enz. dat uit hoorn bestaat1
    • de hoeven van het paard zijn afgesleten1

Wiktionary: hoef

hoef
noun
  1. een overdekking van het uiteinde van de voet

Cross Translation:
FromToVia
hoef Huf hoof — tip of a toe of ungulates

hoeven:

hoeven verbo (hoef, hoeft, hoefde, hoefden, gehoeven)

  1. hoeven
    müssen; brauchen
    • müssen verbo (muß, mußt, mußte, mußtet, gemußt)
    • brauchen verbo (brauche, brauchst, braucht, brauchte, brauchtet, gebraucht)

Conjugaciones de hoeven:

o.t.t.
  1. hoef
  2. hoeft
  3. hoeft
  4. hoeven
  5. hoeven
  6. hoeven
o.v.t.
  1. hoefde
  2. hoefde
  3. hoefde
  4. hoefden
  5. hoefden
  6. hoefden
v.t.t.
  1. heb gehoeven
  2. hebt gehoeven
  3. heeft gehoeven
  4. hebben gehoeven
  5. hebben gehoeven
  6. hebben gehoeven
v.v.t.
  1. had gehoeven
  2. had gehoeven
  3. had gehoeven
  4. hadden gehoeven
  5. hadden gehoeven
  6. hadden gehoeven
o.t.t.t.
  1. zal hoeven
  2. zult hoeven
  3. zal hoeven
  4. zullen hoeven
  5. zullen hoeven
  6. zullen hoeven
o.v.t.t.
  1. zou hoeven
  2. zou hoeven
  3. zou hoeven
  4. zouden hoeven
  5. zouden hoeven
  6. zouden hoeven
diversen
  1. hoef!
  2. hoeft!
  3. gehoeven
  4. hoevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hoeven:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
brauchen hoeven behoeven; benodigen; nodig hebben
müssen hoeven believen; moeten; willen

Palabras relacionadas con "hoeven":


Sinónimos de "hoeven":


Definiciones relacionadas de "hoeven":

  1. niet verplicht of nodig zijn1
    • je hoeft hem nooit te helpen1
  2. er geen trek in hebben1
    • ik hoef geen soep meer1