Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. opteren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opteren de neerlandés a alemán

opteren:

opteren verbo (opteer, opteert, opteerde, opteerden, geopteerd)

  1. opteren
    optieren; aufzehren
    • optieren verbo (optiere, optierst, optiert, optierte, optiertet, optiert)
    • aufzehren verbo (zehre auf, zehrst auf, zehrt auf, zehrte auf, zehrtet auf, aufgezehrt)

Conjugaciones de opteren:

o.t.t.
  1. opteer
  2. opteert
  3. opteert
  4. opteren
  5. opteren
  6. opteren
o.v.t.
  1. opteerde
  2. opteerde
  3. opteerde
  4. opteerden
  5. opteerden
  6. opteerden
v.t.t.
  1. heb geopteerd
  2. hebt geopteerd
  3. heeft geopteerd
  4. hebben geopteerd
  5. hebben geopteerd
  6. hebben geopteerd
v.v.t.
  1. had geopteerd
  2. had geopteerd
  3. had geopteerd
  4. hadden geopteerd
  5. hadden geopteerd
  6. hadden geopteerd
o.t.t.t.
  1. zal opteren
  2. zult opteren
  3. zal opteren
  4. zullen opteren
  5. zullen opteren
  6. zullen opteren
o.v.t.t.
  1. zou opteren
  2. zou opteren
  3. zou opteren
  4. zouden opteren
  5. zouden opteren
  6. zouden opteren
diversen
  1. opteer!
  2. opteert!
  3. geopteerd
  4. opterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aufzehren opteren bikken; bunkeren; consumeren; doorleven; doorstaan; eten; gebruiken; leegeten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verdragen; verduren; verorberen; verslinden; verteren; vreten; zitten proppen
optieren opteren