Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. verhuur:
  2. verhuren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verhuur de neerlandés a alemán

verhuur:

verhuur [de ~ (m)] sustantivo

  1. de verhuur
    die Vermietung

Translation Matrix for verhuur:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Vermietung verhuur verhuring

verhuren:

verhuren verbo (verhuur, verhuurt, verhuurde, verhuurden, verhuurd)

  1. verhuren
    verleihen; vermieten
    • verleihen verbo (verleihe, verleihst, verleiht, verlieh, verlieht, verliehen)
    • vermieten verbo (vermiete, vermietest, vermietet, vermietete, vermietetet, vermietet)

Conjugaciones de verhuren:

o.t.t.
  1. verhuur
  2. verhuurt
  3. verhuurt
  4. verhuren
  5. verhuren
  6. verhuren
o.v.t.
  1. verhuurde
  2. verhuurde
  3. verhuurde
  4. verhuurden
  5. verhuurden
  6. verhuurden
v.t.t.
  1. heb verhuurd
  2. hebt verhuurd
  3. heeft verhuurd
  4. hebben verhuurd
  5. hebben verhuurd
  6. hebben verhuurd
v.v.t.
  1. had verhuurd
  2. had verhuurd
  3. had verhuurd
  4. hadden verhuurd
  5. hadden verhuurd
  6. hadden verhuurd
o.t.t.t.
  1. zal verhuren
  2. zult verhuren
  3. zal verhuren
  4. zullen verhuren
  5. zullen verhuren
  6. zullen verhuren
o.v.t.t.
  1. zou verhuren
  2. zou verhuren
  3. zou verhuren
  4. zouden verhuren
  5. zouden verhuren
  6. zouden verhuren
diversen
  1. verhuur!
  2. verhuurt!
  3. verhuurd
  4. verhurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verhuren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
verleihen verhuren
vermieten verhuren

Wiktionary: verhuren


Cross Translation:
FromToVia
verhuren vermieten let — to put up for rent