Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. warm:
  2. warmen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de warm de neerlandés a alemán

warm:

warm

  1. warm

Translation Matrix for warm:

OtherTraducciones relacionadasOther Translations
warm warm
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
brennend brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm brandend; vlammend
entzündet brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm
feurig brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm brandend; erg; fel; geagiteerd; geil; gekruid; gepassioneerd; gepeperd; gloedvol; hartig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; hitsig; krachtig; levendig; meedogenloos; met hevige passie; opgewonden; pikant; pittig; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warmbloedig; wreed
scharf brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm agressief; barbaars; beestachtig; bijtend; bijterig; bits; bruut; fel; felle; geducht; gekruid; gepeperd; gewelddadig; goed snijdend; hanig; hartig; heet; heftig; hel; in hoge mate; inbijtend; inhumaan; invretend; inwerkend; kattig; kruidig; messcherp; met sarcasme; monsterlijk; onbeheerst; onmenselijk; onstuimig; onvriendelijk; pikant; pinnig; pittig; sarcastisch; scherp; scherp van smaak; scherpgerand; smaak prikkelend; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; wreed
warm hartelijk; minnelijk; vriendelijk

Palabras relacionadas con "warm":

  • warmer, warmere, warmst, warmste, warme

Antónimos de "warm":


Definiciones relacionadas de "warm":

  1. hartelijk en vriendelijk1
    • we werden warm ontvangen bij die familie1
  2. met een hoge temperatuur1
    • in de zomer is het vaak warm buiten1

Wiktionary: warm

warm
adjective
  1. Na te kijken en uit te splitsen vertalingen

Cross Translation:
FromToVia
warm heiß hot — having a high temperature
warm warm warm — having a temperature slightly higher than usual
warm warmherzig; fürsorglich warm — caring, of relation to another person
warm warm; heiß chaud — De température plus haute que la normale, de température élevée.

warm forma de warmen:

warmen verbo (warm, warmt, warmde, warmden, gewarmd)

  1. warmen
    wärmen; erwärmen
    • wärmen verbo (wärme, wärmst, wärmt, wärmte, wärmtet, gewärmt)
    • erwärmen verbo (erwärme, erwärmst, erwärmt, erwärmte, erwärmtet, erwärmt)

Conjugaciones de warmen:

o.t.t.
  1. warm
  2. warmt
  3. warmt
  4. warmen
  5. warmen
  6. warmen
o.v.t.
  1. warmde
  2. warmde
  3. warmde
  4. warmden
  5. warmden
  6. warmden
v.t.t.
  1. heb gewarmd
  2. hebt gewarmd
  3. heeft gewarmd
  4. hebben gewarmd
  5. hebben gewarmd
  6. hebben gewarmd
v.v.t.
  1. had gewarmd
  2. had gewarmd
  3. had gewarmd
  4. hadden gewarmd
  5. hadden gewarmd
  6. hadden gewarmd
o.t.t.t.
  1. zal warmen
  2. zult warmen
  3. zal warmen
  4. zullen warmen
  5. zullen warmen
  6. zullen warmen
o.v.t.t.
  1. zou warmen
  2. zou warmen
  3. zou warmen
  4. zouden warmen
  5. zouden warmen
  6. zouden warmen
diversen
  1. warm!
  2. warmt!
  3. gewarmd
  4. warmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for warmen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
erwärmen warmen opbakken; zich warmen
wärmen warmen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken; zich warmen

Traducciones relacionadas de warm