Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. achterhouden:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de achterhouden de neerlandés a inglés

achterhouden:

achterhouden verbo (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)

  1. achterhouden (verbergen; verhullen; verduisteren; )
    to hide; to disguise; to conceal; to suppress; to blur; to hush up; to mantle; to veil; to gloss over
    • hide verbo (hides, hid, hiding)
    • disguise verbo (disguises, disguised, disguising)
    • conceal verbo (conceals, concealed, concealing)
    • suppress verbo (suppresss, suppressed, suppressing)
    • blur verbo (blurs, blurred, blurring)
    • hush up verbo (hushes up, hushed up, hushing up)
    • mantle verbo (mantles, mantled, mantling)
    • veil verbo (veils, veiled, veiling)
    • gloss over verbo (glosses over, glossed over, glossing over)
  2. achterhouden (verbergen; verstoppen; verduisteren; verheimelijken; wegstoppen)
    to hide; to disguise; to conceal; to hush up; to blur
    • hide verbo (hides, hid, hiding)
    • disguise verbo (disguises, disguised, disguising)
    • conceal verbo (conceals, concealed, concealing)
    • hush up verbo (hushes up, hushed up, hushing up)
    • blur verbo (blurs, blurred, blurring)
  3. achterhouden (geen afstand doen van; houden; inhouden)
    to restrain
    • restrain verbo (restrains, restrained, restraining)
  4. achterhouden (reserveren; behouden; opzijleggen; terughouden)
    to reserve; to put aside; to set aside; to put away
    • reserve verbo (reserves, reserved, reserving)
    • put aside verbo (puts aside, put aside, putting aside)
    • set aside verbo (sets aside, set aside, setting aside)
    • put away verbo (puts away, put away, putting away)
  5. achterhouden (verzwijgen; verhelen)
    to conceal
    • conceal verbo (conceals, concealed, concealing)
  6. achterhouden (stelen; pikken; verduisteren; )
    to steal; to snitch; to pinch; to nick
    • steal verbo (steals, stole, stealing)
    • snitch verbo (snitches, snitched, snitching)
    • pinch verbo (pinches, pinched, pincing)
    • nick verbo (nicks, nicked, nicking)

Conjugaciones de achterhouden:

o.t.t.
  1. houd achter
  2. houdt achter
  3. houdt achter
  4. houden achter
  5. houden achter
  6. houden achter
o.v.t.
  1. hield achter
  2. hield achter
  3. hield achter
  4. hielden achter
  5. hielden achter
  6. hielden achter
v.t.t.
  1. heb achtergehouden
  2. hebt achtergehouden
  3. heeft achtergehouden
  4. hebben achtergehouden
  5. hebben achtergehouden
  6. hebben achtergehouden
v.v.t.
  1. had achtergehouden
  2. had achtergehouden
  3. had achtergehouden
  4. hadden achtergehouden
  5. hadden achtergehouden
  6. hadden achtergehouden
o.t.t.t.
  1. zal achterhouden
  2. zult achterhouden
  3. zal achterhouden
  4. zullen achterhouden
  5. zullen achterhouden
  6. zullen achterhouden
o.v.t.t.
  1. zou achterhouden
  2. zou achterhouden
  3. zou achterhouden
  4. zouden achterhouden
  5. zouden achterhouden
  6. zouden achterhouden
diversen
  1. houd achter!
  2. houdt achter!
  3. achtergehouden
  4. achterhoudende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achterhouden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
disguise dekmantel; façade; masker; schijn; verkleding; vermomming; voorkomen
hide huid; vel
hush up verberging; verborgene; verheling; verhulling; verzwijging
nick inkeping; inkerving; keep; kerf; kerfsnede
pinch afsnoepen; kneep; knijpbeweging; knijpen
reserve bedeesdheid; gereserveerdheid; geslotenheid; reserve; reservist; schroom; schuwheid; terughoudendheid; timiditeit; verlegenheid
snitch snufferd
steal afsnoepen
veil sluier; voile
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
blur achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen bedekken; bedoezelen; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
conceal achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen; wegstoppen bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
disguise achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbloemen; verkleden; vermommen
gloss over achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen bagatelliseren; vergoelijken
hide achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen bescherming zoeken; schuilen; toevluchten; uitwijken; verbergen; verschuilen; verstoppen; wegkruipen
hush up achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen doodzwijgen; volkomen negeren
mantle achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
nick achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken achteroverdrukken; afnemen; benemen; creneleren; gappen; inpikken; insnijden; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
pinch achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken achteroverdrukken; afnemen; afpakken; aftroggelen; benemen; bietsen; drukken; gappen; grissen; inpikken; jatten; kapen; knellen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; strak zitten; toeëigenen; vastknijpen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
put aside achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden bespreken; opzijzetten; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden
put away achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden bergen; bespreken; bewaren; nuttigen; opbergen; opruimen; opzij leggen; reis boeken; reserveren; stallen; van zich afzetten; vastleggen; verschalken; voorbehouden; wegbergen; wegsluiten; wegsteken; wegstoppen; wegzetten
reserve achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden
restrain achterhouden; geen afstand doen van; houden; inhouden afhouden; bedwingen; beheersen; beletten; beteugelen; dempen; ervanaf houden; in bedwang houden; intomen; matigen; temperen; weerhouden; zich matigen
set aside achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden bespreken; opzijzetten; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden
snitch achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
steal achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken achteroverdrukken; afnemen; afsnoepen; benemen; floepen; gappen; glippen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegglippen; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
suppress achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen bedwingen; beteugelen; de kop indrukken; in bedwang houden; onderdrukken; terughouden
veil achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbloemen; verhullen; versluieren
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
put aside gereserveerd; opzijgezet
set aside gereserveerd; opzijgezet

Wiktionary: achterhouden

achterhouden
verb
  1. withhold something