Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. bemoeien:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bemoeien de neerlandés a inglés

bemoeien:

bemoeien verbo (bemoei, bemoeit, bemoeide, bemoeiden, bemoeid)

  1. bemoeien (mengen; inmengen)
    to interfere; to intervene; to blend; to step in; stir together; to mix; to mind
    • interfere verbo (interferes, interfered, interfering)
    • intervene verbo (intervenes, intervened, intervening)
    • blend verbo (blends, blended, blending)
    • step in verbo (steps in, stepped in, stepping in)
    • mix verbo (mixes, mixed, mixing)
    • mind verbo (minds, minded, minding)

Conjugaciones de bemoeien:

o.t.t.
  1. bemoei
  2. bemoeit
  3. bemoeit
  4. bemoeien
  5. bemoeien
  6. bemoeien
o.v.t.
  1. bemoeide
  2. bemoeide
  3. bemoeide
  4. bemoeiden
  5. bemoeiden
  6. bemoeiden
v.t.t.
  1. heb bemoeid
  2. hebt bemoeid
  3. heeft bemoeid
  4. hebben bemoeid
  5. hebben bemoeid
  6. hebben bemoeid
v.v.t.
  1. had bemoeid
  2. had bemoeid
  3. had bemoeid
  4. hadden bemoeid
  5. hadden bemoeid
  6. hadden bemoeid
o.t.t.t.
  1. zal bemoeien
  2. zult bemoeien
  3. zal bemoeien
  4. zullen bemoeien
  5. zullen bemoeien
  6. zullen bemoeien
o.v.t.t.
  1. zou bemoeien
  2. zou bemoeien
  3. zou bemoeien
  4. zouden bemoeien
  5. zouden bemoeien
  6. zouden bemoeien
diversen
  1. bemoei!
  2. bemoeit!
  3. bemoeid
  4. bemoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bemoeien:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
blend melange; mengeling; menging; mengsel; mêleren
mind aard; bewustzijn; brein; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; inzicht; karakter; mentaliteit; natuur; rede; verstand
mix melêren; mengen; mix; mixen; mêleren; vermengen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
blend bemoeien; inmengen; mengen dooreenmengen; mengen; vermengen
interfere bemoeien; inmengen; mengen bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen
intervene bemoeien; inmengen; mengen bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen
mind bemoeien; inmengen; mengen opletten; oppassen; uitkijken voor
mix bemoeien; inmengen; mengen door elkaar schudden; dooreenmengen; husselen; hutselen; mengen; mixen; roeren; samenschikken; vermengen; verroeren
step in bemoeien; inmengen; mengen bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen
stir together bemoeien; inmengen; mengen dooreenmengen; mengen; vermengen

Wiktionary: bemoeien

bemoeien
verb
  1. zich inlaten met zaken waar men niets mee te maken heeft
  2. zich bekommeren om iemand
bemoeien
verb
  1. to interfere in affairs
noun
  1. act of interfering with something