Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. dresseren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de dresseren de neerlandés a inglés

dresseren:

dresseren [znw.] sustantivo

  1. dresseren (dressuur; training)
    the training; the teaching; the schooling; the drilling

dresseren verbo (dresseer, dresseert, dresseerde, dresseerden, gedresseerd)

  1. dresseren (dier africhten; trainen; africhten)
    to train; to break in
    • train verbo (trains, trained, training)
    • break in verbo (breaks in, broke in, breaking in)

Conjugaciones de dresseren:

o.t.t.
  1. dresseer
  2. dresseert
  3. dresseert
  4. dresseren
  5. dresseren
  6. dresseren
o.v.t.
  1. dresseerde
  2. dresseerde
  3. dresseerde
  4. dresseerden
  5. dresseerden
  6. dresseerden
v.t.t.
  1. heb gedresseerd
  2. hebt gedresseerd
  3. heeft gedresseerd
  4. hebben gedresseerd
  5. hebben gedresseerd
  6. hebben gedresseerd
v.v.t.
  1. had gedresseerd
  2. had gedresseerd
  3. had gedresseerd
  4. hadden gedresseerd
  5. hadden gedresseerd
  6. hadden gedresseerd
o.t.t.t.
  1. zal dresseren
  2. zult dresseren
  3. zal dresseren
  4. zullen dresseren
  5. zullen dresseren
  6. zullen dresseren
o.v.t.t.
  1. zou dresseren
  2. zou dresseren
  3. zou dresseren
  4. zouden dresseren
  5. zouden dresseren
  6. zouden dresseren
diversen
  1. dresseer!
  2. dresseert!
  3. gedresseerd
  4. dresserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dresseren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
drilling dresseren; dressuur; training boren
schooling dresseren; dressuur; training aantal schoolgaanden; opleiding; scholing; schoolopleiding; vorming
teaching dresseren; dressuur; training cursus; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
train karavaan; sleep; spoortrein; trein; treinstel
training dresseren; dressuur; training africhten; africhting; artsenpraktijk; bekwaming; kundig maken; oefening; opleiding; praktijk; scholing; schoolopleiding; spierwerking; training; vaardigheidsoefening; vorming
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
break in africhten; dier africhten; dresseren; trainen beroven; binnen breken; binnenbreken; een inbraak doen; in de rede vallen; inbreken; inbreuk maken; interrumperen; onderbreken; overtreden
train africhten; dier africhten; dresseren; trainen bekwamen; bijbrengen; blokken; coachen; doceren; harden; inlichten; leren; oefenen; onderrichten; onderwijzen; ontwikkelen; opleiden; repeteren; scholen; studeren; trainen; voorlichten
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
teaching onderwijzend

Wiktionary: dresseren

dresseren
verb
  1. dieren africhten, kunstjes leren, tot gehoorzaamheid dwingen

Cross Translation:
FromToVia
dresseren tame; train dresser — former, habituer à un certain comportement.
dresseren breed; bring up; educate; raise; rear éduquer — Former par l’éducation, instruire.