Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. overlijden:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for overlijden:
    • demise


Neerlandés

Traducciones detalladas de overlijden de neerlandés a inglés

overlijden:

overlijden verbo (overlijd, overlijdt, overleed, overleden, overleden)

  1. overlijden (doodgaan; sterven; vallen; )
    to fall; to die; to pass away; to perish; to succumb; depart this earth; to be killed; depart this life; be killed in action
  2. overlijden (doodgaan; sterven; kapotgaan; omkomen)
    to die; to decease; to pass away; to be on one's deathbed
    • die verbo (dies, died, dying)
    • decease verbo (deceases, deceased, deceasing)
    • pass away verbo (passes away, passed away, passing away)
    • be on one's deathbed verbo (is on one's deathbed, being on one's deathbed)
  3. overlijden (sterven; doodgaan; heengaan; )
    – doodgaan 1
    to die; to pass away; to expire
    • die verbo (dies, died, dying)
    • pass away verbo (passes away, passed away, passing away)
    • expire verbo (expires, expired, expiring)

Conjugaciones de overlijden:

o.t.t.
  1. overlijd
  2. overlijdt
  3. overlijdt
  4. overlijden
  5. overlijden
  6. overlijden
o.v.t.
  1. overleed
  2. overleed
  3. overleed
  4. overleden
  5. overleden
  6. overleden
v.t.t.
  1. ben overleden
  2. bent overleden
  3. is overleden
  4. zijn overleden
  5. zijn overleden
  6. zijn overleden
v.v.t.
  1. was overleden
  2. was overleden
  3. was overleden
  4. waren overleden
  5. waren overleden
  6. waren overleden
o.t.t.t.
  1. zal overlijden
  2. zult overlijden
  3. zal overlijden
  4. zullen overlijden
  5. zullen overlijden
  6. zullen overlijden
o.v.t.t.
  1. zou overlijden
  2. zou overlijden
  3. zou overlijden
  4. zouden overlijden
  5. zouden overlijden
  6. zouden overlijden
diversen
  1. overlijd!
  2. overlijdt!
  3. overleden
  4. overlijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overlijden [het ~] sustantivo

  1. het overlijden (verscheiden; dood)
    the death; the decease

Translation Matrix for overlijden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
death dood; overlijden; verscheiden dood; sterfgeval; sterfte
decease dood; overlijden; verscheiden
die creperen; gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
fall achteruitgang; afname; baisse; daling; deflatie; herfst; herfsttijd; instorting; inzinking; landing; minder worden; najaar; neervallen; prijsdaling; prijsverlaging; terechtkomen; teruggang; terugloop; val; vermindering
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
be killed bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen ondergaan; te gronde gaan; ten ondergaan
be killed in action bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
be on one's deathbed doodgaan; kapotgaan; omkomen; overlijden; sterven
decease doodgaan; kapotgaan; omkomen; overlijden; sterven
depart this earth bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
depart this life bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
die bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verscheiden; wegvallen breken; creperen; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; kapot gaan; sneuvelen; stempel zetten; stempelen; stuk gaan; verhongeren; verrekken; versterven; zieltogen
expire doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden aflopen; ongeldig worden; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan
fall bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen erin vallen; flikkeren; kelderen; kiepen; kieperen; ondergaan; onderuitgaan; op zijn bek gaan; raken; sodemieteren; te gronde gaan; ten ondergaan; ten val komen; terechtkomen; treffen; tuimelen; vallen; zakken
pass away bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verscheiden; wegvallen
perish bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen breken; kapot gaan; onder water gaan; ondergaan; ontbinden; rotten; sneuvelen; stuk gaan; te gronde gaan; ten ondergaan; vergaan; verongelukken; verrotten; verteren; wegrotten; zinken
succumb bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen onder water gaan; ondergaan; zinken
- sterven
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
die dobbelsteen

Palabras relacionadas con "overlijden":

  • overlijdens

Sinónimos de "overlijden":


Definiciones relacionadas de "overlijden":

  1. doodgaan1
    • zijn vader is vorig jaar overleden1

Wiktionary: overlijden

overlijden
verb
  1. ophouden met leven
    • overlijdendie
overlijden
verb
  1. to stop living
noun
  1. Death
  2. cessation of life

Cross Translation:
FromToVia
overlijden decease; die; expire; pass away; march off; retreat; withdraw; disappear décéder — admin|fr mourir, parler des personnes.
overlijden departure; leaving départ — Disparition, sortie
overlijden death mort — arrêt de la vie
overlijden die; expire; pass away mourir — Cesser de vivre.

Traducciones relacionadas de overlijden