Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. toeloop:
  2. toelopen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de toeloop de neerlandés a inglés

toeloop:

toeloop [de ~ (m)] sustantivo

  1. de toeloop (drukte; toevloed; gedrang)
    the rush; the influx; the flow; the stampede; the squash
  2. de toeloop (grote menigte; drukte; veel mensen)
    the crowd
    • crowd [the ~] sustantivo
  3. de toeloop (oploopje; samenkomst)
    the gathering; the group; the crowd

Translation Matrix for toeloop:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
crowd drukte; grote menigte; oploopje; samenkomst; toeloop; veel mensen accumulatie; bende; berg; drom; groep; groep mensen; hoop; horde; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; meute; samenscholing; schaar; schare; troep; volksmenigte
flow drukte; gedrang; toeloop; toevloed drukte; stroom; stroomdimensielid; teveel aan bezigheden
gathering oploopje; samenkomst; toeloop accumulatie; bende; beraadslaging; bijeenkomst; bijeenroeping; collecte; conferentie; groep; hoop; inwinnen; inzameling; manifestatie; massa; opeenhoping; ophoping; overleg; samenkomst; samenscholing; samenzijn; selectie; sortering; stel; troep; vergadering; verzameling; zitting
group oploopje; samenkomst; toeloop aantal personen bijeen; categorie; classificatie; distributiegroep; distributielijst; drom; gezelschap; groep; groep contactpersonen; groep mensen; klasse; massa; menigte; mensenmassa; partij; ploeg; team; troep
influx drukte; gedrang; toeloop; toevloed het toestromen; het toevloeien; hoogwater; toestroom; vloed
rush drukte; gedrang; toeloop; toevloed aanval; attaque; bestorming; drukte; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; offensief; overijling; run; runs; spoed; stormaanval; stormloop; stormlopen; temperament; teveel aan bezigheden; vurigheid
squash drukte; gedrang; toeloop; toevloed kneuzen
stampede drukte; gedrang; toeloop; toevloed
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
flow golven; golvend bewegen; gulpen; gutsen; in stromen neerstorten; lopen; stromen; vloeien; voortvloeien uit
group arrangeren; classificeren; groep; groeperen; indelen; ordenen; rangeren; rangschikken; schiften; sorteren; systematiseren; uitzoeken
rush draven; haasten; hard rennen; hollen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; pezen; reppen; snellen; spoeden; sprinten; stormlopen; tempo maken; tot spoed aanzetten; vliegen; zich haasten; zich spoeden
squash fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
rush rieten

Palabras relacionadas con "toeloop":


Wiktionary: toeloop


Cross Translation:
FromToVia
toeloop afflux; influx; inflow; flow; concourse; congestion afflux — médecine|fr action d’affluer, concours des liquides vers une partie de l’organisme.

toeloop forma de toelopen:

toelopen verbo (loop toe, loopt toe, liep toe, liepen toe, toegelopen)

  1. toelopen
    to walk; to come up to; to walk to; walk there; to come running to
    • walk verbo (walks, walked, walking)
    • come up to verbo (comes up to, came up to, coming up to)
    • walk to verbo (walks to, walked to, walking to)
    • walk there verbo
    • come running to verbo (comes running to, came running to, coming running to)

Conjugaciones de toelopen:

o.t.t.
  1. loop toe
  2. loopt toe
  3. loopt toe
  4. lopen toe
  5. lopen toe
  6. lopen toe
o.v.t.
  1. liep toe
  2. liep toe
  3. liep toe
  4. liepen toe
  5. liepen toe
  6. liepen toe
v.t.t.
  1. heb toegelopen
  2. hebt toegelopen
  3. heeft toegelopen
  4. hebben toegelopen
  5. hebben toegelopen
  6. hebben toegelopen
v.v.t.
  1. had toegelopen
  2. had toegelopen
  3. had toegelopen
  4. hadden toegelopen
  5. hadden toegelopen
  6. hadden toegelopen
o.t.t.t.
  1. zal toelopen
  2. zult toelopen
  3. zal toelopen
  4. zullen toelopen
  5. zullen toelopen
  6. zullen toelopen
o.v.t.t.
  1. zou toelopen
  2. zou toelopen
  3. zou toelopen
  4. zouden toelopen
  5. zouden toelopen
  6. zouden toelopen
en verder
  1. ben toegelopen
  2. bent toegelopen
  3. is toegelopen
  4. zijn toegelopen
  5. zijn toegelopen
  6. zijn toegelopen
diversen
  1. loop toe!
  2. loopt toe!
  3. toegelopen
  4. toelopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toelopen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
walk kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandelroute; wandeltocht
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
come running to toelopen
come up to toelopen aanspreken; toespreken
walk toelopen gaan; kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; stappen; stapvoets gaan; wandelen; zich begeven; zich voortbewegen
walk there toelopen
walk to toelopen

Palabras relacionadas con "toelopen":




Inglés

Traducciones detalladas de toeloop de inglés a neerlandés