Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. beieren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de beieren de neerlandés a inglés

beieren:

beieren verbo (beier, beiert, beierde, beierden, gebeierd)

  1. beieren (luiden)
    to sound; to ring
    • sound verbo (sounds, sounded, sounding)
    • ring verbo (rings, rang, ringing)
    to chime
    – emit a sound 1
    • chime verbo (chimes, chimed, chiming)
      • bells and gongs chimed1

Conjugaciones de beieren:

o.t.t.
  1. beier
  2. beiert
  3. beiert
  4. beieren
  5. beieren
  6. beieren
o.v.t.
  1. beierde
  2. beierde
  3. beierde
  4. beierden
  5. beierden
  6. beierden
v.t.t.
  1. heb gebeierd
  2. hebt gebeierd
  3. heeft gebeierd
  4. hebben gebeierd
  5. hebben gebeierd
  6. hebben gebeierd
v.v.t.
  1. had gebeierd
  2. had gebeierd
  3. had gebeierd
  4. hadden gebeierd
  5. hadden gebeierd
  6. hadden gebeierd
o.t.t.t.
  1. zal beieren
  2. zult beieren
  3. zal beieren
  4. zullen beieren
  5. zullen beieren
  6. zullen beieren
o.v.t.t.
  1. zou beieren
  2. zou beieren
  3. zou beieren
  4. zouden beieren
  5. zouden beieren
  6. zouden beieren
diversen
  1. beier!
  2. beiert!
  3. gebeierd
  4. beierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beieren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ring aaneenschakeling; belletje; cirkel; cirkelvorm; keten; ketting; kring; kringel; kringvormig; overgaan; piste; ring; rondje; snoer; soort sieraad; telefonisch bericht; telefoontje; wielerbaan
sound geluid; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; rumoer; timbre; toon; zeestraat; zeeëngte
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
chime beieren; luiden
ring beieren; luiden aanbellen; bellen; bonzen; door de telefoon praten; iemand opbellen; kringen vormen; luiden; opbellen; overgaan; telefoneren; telefoontje plegen
sound beieren; luiden bellen; doorklinken; echoën; galmen; iemand opbellen; klank voortbrengen; klinken; klokluiden; luiden; met sonde onderzoeken; opbellen; resoneren; schallen; sonderen; telefoontje plegen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
sound aannemelijk; betrouwbaar; degelijk; degelijke; deugdelijk; doortimmerd; gedegen; gefundeerd; gegrond; kredietwaardig; logisch; op goede gronden steunend; solide; solvabel; solvent; steekhoudend; van goede hoedanigheid

Wiktionary: beieren

beieren
verb
  1. to make produce sound

Cross Translation:
FromToVia
beieren give a ring; ring the bell; toll; peal; ring; clang; sound; strike; resound sonnerrendre un son.
beieren buzz; jingle; tinkle; chime; clank; clink; peal; ring; clang; sound; toll tinterfaire sonner lentement une cloche, en sorte que le battant ne frapper que d’un côté.