Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. beslechten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de beslechten de neerlandés a inglés

beslechten:

beslechten verbo (beslecht, beslechtte, beslechtten, beslecht)

  1. beslechten (twist uit de weg ruimen; afhandelen; afdoen)
    to settle; to entomb; to take off; to put out; to inter; to do out; to remove
    • settle verbo (settles, settled, settling)
    • entomb verbo (entombs, entombed, entombing)
    • take off verbo (takes off, took off, taking off)
    • put out verbo (puts out, put out, putting out)
    • inter verbo (inters, interred, interring)
    • do out verbo (does out, did out, doing out)
    • remove verbo (removes, removed, removing)

Conjugaciones de beslechten:

o.t.t.
  1. beslecht
  2. beslecht
  3. beslecht
  4. beslechten
  5. beslechten
  6. beslechten
o.v.t.
  1. beslechtte
  2. beslechtte
  3. beslechtte
  4. beslechtten
  5. beslechtten
  6. beslechtten
v.t.t.
  1. heb beslecht
  2. hebt beslecht
  3. heeft beslecht
  4. hebben beslecht
  5. hebben beslecht
  6. hebben beslecht
v.v.t.
  1. had beslecht
  2. had beslecht
  3. had beslecht
  4. hadden beslecht
  5. hadden beslecht
  6. hadden beslecht
o.t.t.t.
  1. zal beslechten
  2. zult beslechten
  3. zal beslechten
  4. zullen beslechten
  5. zullen beslechten
  6. zullen beslechten
o.v.t.t.
  1. zou beslechten
  2. zou beslechten
  3. zou beslechten
  4. zouden beslechten
  5. zouden beslechten
  6. zouden beslechten
diversen
  1. beslecht!
  2. beslecht!
  3. beslecht
  4. beslechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beslechten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
remove afnemen; afstoffen; afwissen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
do out afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen
entomb afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen
inter afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen begraven; ter aarde bestellen
put out afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanbesteden; afzetten; blussen; doven; ontstemmen; smoren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; uitbesteden; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
remove afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanrekenen; aanwrijven; afnemen; afscheiden; afstoffen; afvoeren; afzonderen; dalen; declineren; demonteren; disloqueren; ecarteren; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; lichten; lozen; minder worden; minderen; ontmantelen; onttakelen; ontzetten; reinigen; roeren; schoonmaken; schoonpoetsen; stoffen; tanen; teruggaan; uit de macht ontzetten; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uithalen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; verhuizen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervallen; vervoeren; vervreemden; verwijderen; verzetten; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegleiden; wegnemen; wegvoeren; wegwerken; zuiveren
settle afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanzuiveren; betalen; bezinken; bijleggen; effenen; egaliseren; genoegdoen; goedmaken; koloniseren; nabetalen; neerstrijken; plaatsnemen; regelen; rekening betalen; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; schikken; settelen; vereffenen; verrekenen; verzoenen; vestigen; voldoen; zich nestelen; zich vestigen
take off afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanbreken; aanvangen; afreizen; afsteken; afvaren; beginnen; de hoogte ingaan; een begin nemen; heengaan; in de lucht omhoogstijgen; intreden; inzetten; kopiëren; nabootsen; namaken; omhoogkomen; ontkleden; op gang komen; opstappen; opstijgen; opvliegen; smeren; starten; stijgen; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van start gaan; verdwijnen; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
put out gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig