Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. diskwalificeren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de diskwalificeren de neerlandés a inglés

diskwalificeren:

diskwalificeren verbo (diskwalificeer, diskwalificeert, diskwalificeerde, diskwalificeerden, gediskwalificeerd)

  1. diskwalificeren (uitsluiten; royeren)
    to expel; to disqualify
    • expel verbo (expels, expelled, expelling)
    • disqualify verbo (disqualifies, disqualified, disqualifying)

Conjugaciones de diskwalificeren:

o.t.t.
  1. diskwalificeer
  2. diskwalificeert
  3. diskwalificeert
  4. diskwalificeren
  5. diskwalificeren
  6. diskwalificeren
o.v.t.
  1. diskwalificeerde
  2. diskwalificeerde
  3. diskwalificeerde
  4. diskwalificeerden
  5. diskwalificeerden
  6. diskwalificeerden
v.t.t.
  1. heb gediskwalificeerd
  2. hebt gediskwalificeerd
  3. heeft gediskwalificeerd
  4. hebben gediskwalificeerd
  5. hebben gediskwalificeerd
  6. hebben gediskwalificeerd
v.v.t.
  1. had gediskwalificeerd
  2. had gediskwalificeerd
  3. had gediskwalificeerd
  4. hadden gediskwalificeerd
  5. hadden gediskwalificeerd
  6. hadden gediskwalificeerd
o.t.t.t.
  1. zal diskwalificeren
  2. zult diskwalificeren
  3. zal diskwalificeren
  4. zullen diskwalificeren
  5. zullen diskwalificeren
  6. zullen diskwalificeren
o.v.t.t.
  1. zou diskwalificeren
  2. zou diskwalificeren
  3. zou diskwalificeren
  4. zouden diskwalificeren
  5. zouden diskwalificeren
  6. zouden diskwalificeren
en verder
  1. ben gediskwalificeerd
  2. bent gediskwalificeerd
  3. is gediskwalificeerd
  4. zijn gediskwalificeerd
  5. zijn gediskwalificeerd
  6. zijn gediskwalificeerd
diversen
  1. diskwalificeer!
  2. diskwalificeert!
  3. gediskwalificeerd
  4. diskwalificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for diskwalificeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
disqualify diskwalificeren; royeren; uitsluiten iemand schrappen; royeren
expel diskwalificeren; royeren; uitsluiten afscheiden; afvoeren; bannen; bezweren; lozen; uitbannen; uitdrijven; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen