Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. doorzagen:
  2. doorzien:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de doorzagen de neerlandés a inglés

doorzagen:

doorzagen verbo (doorzaag, doorzaagt, doorzaagde, doorzaagden, doorzaagd)

  1. doorzagen (doorvragen; uitvragen)
    to interrogate; to question
    • interrogate verbo (interrogates, interrogated, interrogating)
    • question verbo (questions, questioned, questioning)

Conjugaciones de doorzagen:

o.t.t.
  1. doorzaag
  2. doorzaagt
  3. doorzaagt
  4. doorzagen
  5. doorzagen
  6. doorzagen
o.v.t.
  1. doorzaagde
  2. doorzaagde
  3. doorzaagde
  4. doorzaagden
  5. doorzaagden
  6. doorzaagden
v.t.t.
  1. heb doorzaagd
  2. hebt doorzaagd
  3. heeft doorzaagd
  4. hebben doorzaagd
  5. hebben doorzaagd
  6. hebben doorzaagd
v.v.t.
  1. had doorzaagd
  2. had doorzaagd
  3. had doorzaagd
  4. hadden doorzaagd
  5. hadden doorzaagd
  6. hadden doorzaagd
o.t.t.t.
  1. zal doorzagen
  2. zult doorzagen
  3. zal doorzagen
  4. zullen doorzagen
  5. zullen doorzagen
  6. zullen doorzagen
o.v.t.t.
  1. zou doorzagen
  2. zou doorzagen
  3. zou doorzagen
  4. zouden doorzagen
  5. zouden doorzagen
  6. zouden doorzagen
en verder
  1. is doorzaagd
  2. zijn doorzaagd
diversen
  1. doorzaag!
  2. doorzaagt!
  3. doorzaagd
  4. doorzagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorzagen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
question geval; interpellatie; issue; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; punt; vraag; vraagstuk; zaak; zwaarte
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
interrogate doorvragen; doorzagen; uitvragen ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren
question doorvragen; doorzagen; uitvragen aanvechten; aarzelen; bestrijden; betwisten; interpelleren; ondervragen; overhoren; twijfelen; uithoren; uitvragen; verhoren; weifelen

doorzien:

doorzien verbo (doorzie, doorziet, doorzag, doorzagen, doorzien)

  1. doorzien (beseffen; realiseren; onderkennen; inzien)
    to realize; to contain; to grasp; to get to know; to hold; to realise
    • realize verbo, americano (realizes, realized, realizing)
    • contain verbo (contains, contained, containing)
    • grasp verbo (grasps, grasped, grasping)
    • get to know verbo (gets to know, got to know, getting to know)
    • hold verbo (holds, held, holding)
    • realise verbo, británico
  2. doorzien (doorhebben)
    to see through
    • see through verbo (sees through, saw through, seeing through)

Conjugaciones de doorzien:

o.t.t.
  1. doorzie
  2. doorziet
  3. doorziet
  4. doorzien
  5. doorzien
  6. doorzien
o.v.t.
  1. doorzag
  2. doorzag
  3. doorzag
  4. doorzagen
  5. doorzagen
  6. doorzagen
v.t.t.
  1. heb doorzien
  2. hebt doorzien
  3. heeft doorzien
  4. hebben doorzien
  5. hebben doorzien
  6. hebben doorzien
v.v.t.
  1. had doorzien
  2. had doorzien
  3. had doorzien
  4. hadden doorzien
  5. hadden doorzien
  6. hadden doorzien
o.t.t.t.
  1. zal doorzien
  2. zult doorzien
  3. zal doorzien
  4. zullen doorzien
  5. zullen doorzien
  6. zullen doorzien
o.v.t.t.
  1. zou doorzien
  2. zou doorzien
  3. zou doorzien
  4. zouden doorzien
  5. zouden doorzien
  6. zouden doorzien
diversen
  1. doorzie!
  2. doorziet!
  3. doorzien
  4. doorziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

doorzien adj.

  1. doorzien (doorgrond)

Translation Matrix for doorzien:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
grasp begrijpen; inzicht
hold bak; barrel; beetnemen; beetpakken; emmer; fust; greep; houdgreep; kuip; pot; scheepsruim; teil; ton; vastpakken; vat
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
contain beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren behelzen; inhouden; inkapselen; van afsluitende laag voorzien
get to know beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren kennis maken met; ontmoeten
grasp beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; begrijpen; graaien; grijpen; grissen; inzien; jatten; klemmen; knellen; met het verstand vatten; omklemmen; pikken; snaaien; snappen; vastklampen; vastpakken; wegkapen
hold beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren aanhouden; arresteren; beethouden; gevangennemen; handhaven; in de cel zetten; inrekenen; niet laten gaan; oppakken; opsluiten; stand houden; vasthouden; vastzetten; wachten
realise beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren bewerkstelligen; kapitaliseren; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken
realize beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren bewerkstelligen; kapitaliseren; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken
see through doorhebben; doorzien beginnen te snappen; door kijken; doorgronden; doorkrijgen; doorzien hebben; erdoorheen kijken; erdoorheen zien; inzien
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
fathomed doorgrond; doorzien

Palabras relacionadas con "doorzien":

  • doorziene

Wiktionary: doorzien

doorzien
verb
  1. dóórzien, vluchtig iets lezen
  2. doorzíén, begrijpen, bevatten, doorgronden

Cross Translation:
FromToVia
doorzien guess; conceive; divine; estimate; surmise devinerprédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.