Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. eens:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de eens de neerlandés a inglés

eens:

eens adv.

  1. eens (op een keer; een keer)
    once

Translation Matrix for eens:

AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
once een keer; eens; op een keer eenmaal
- ooit

Sinónimos de "eens":


Antónimos de "eens":


Definiciones relacionadas de "eens":

  1. dezelfde mening hebben1
    • we zijn het weer eens met elkaar1
  2. het goed vinden, ermee akkoord gaan1
    • ik ben het er niet mee eens1
  3. nog één keer1
    • deze ruimte is eens zo groot als de vorige1
  4. op een keer1
    • eens komt er een eind aan1

Wiktionary: eens

eens
adjective
  1. of a period of time
adverb
  1. formerly
  2. one and only one time

Cross Translation:
FromToVia
eens in agreement; agreed; at one einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich

Traducciones relacionadas de eens