Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. emmer:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de emmer de neerlandés a inglés

emmer:

emmer [de ~ (m)] sustantivo

  1. de emmer (vat; barrel; ton; )
    the barrel; the bucket; the vat; the vessel; the cask; the pan; the pail; the butt; the hold
    • barrel [the ~] sustantivo
    • bucket [the ~] sustantivo
    • vat [the ~] sustantivo
    • vessel [the ~] sustantivo
    • cask [the ~] sustantivo
    • pan [the ~] sustantivo
    • pail [the ~] sustantivo
    • butt [the ~] sustantivo
    • hold [the ~] sustantivo
    the tub
    – a large open vessel for holding or storing liquids 1
    • tub [the ~] sustantivo
    the drum
    – a bulging cylindrical shape; hollow with flat ends 1
    • drum [the ~] sustantivo

Translation Matrix for emmer:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
barrel bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat geweerlade; kuip; loop; tobbe; waskuip
bucket bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat aker; bucket; grijper; schepemmer; schepper
butt bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat geweerkolf; greep; kolf; peuk; risee; sigaret; stinkstok; uitgedrukte sigaret
cask bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
drum bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat jerrycan; trom; trommel
hold bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat beetnemen; beetpakken; greep; houdgreep; scheepsruim; vastpakken
pail bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
pan bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat ijsschol; ijsschots; pan; pannen; panning
tub bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat bad; badkuip; kuip; tobbe; waskuip
vat bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
vessel bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
drum de trom roeren; hameren; kloppen met een hamer; roffelen; trommelen
hold aanhouden; arresteren; beethouden; beseffen; doorzien; gevangennemen; handhaven; in de cel zetten; inrekenen; inzien; niet laten gaan; onderkennen; oppakken; opsluiten; realiseren; stand houden; vasthouden; vastzetten; wachten

Palabras relacionadas con "emmer":

  • emmeren, emmers, emmertje, emmertjes

Wiktionary: emmer

emmer
noun
  1. amount held in this container
  2. container
  3. a container like an open bucket

Cross Translation:
FromToVia
emmer box; container; bucket; can; case; crate; pot; chest; pail; tin; urn; tub; vat baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
emmer bucket; pail seau — Récipient cylindrique