Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. erop:


Neerlandés

Traducciones detalladas de erop de neerlandés a inglés

erop:

erop adv.

  1. erop (erbij; bij)
    at; upon; on; in; to; up

Translation Matrix for erop:

PrepositionTraducciones relacionadasOther Translations
to te
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
at bij; te; ten; ten huize van; ter; tot; tot bij; totdat; via
in ten; ten tijde van
on ten; ten behoeve van; ten tonele
to t/m; ten; ten strijde; tot; tot bij; tot en met; totdat
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
at bij; erbij; erop aan; ergens naartoe; in; naar; à
in bij; erbij; erop aan; in; te; tussenbeide
on bij; erbij; erop aan
to bij; erbij; erop aan; ergens naartoe; ernaar; ertoe; naar; naar toe; toe; tot aan
up bij; erbij; erop aan; druk; drukpratend; geanimeerd; naar boven; naar boven toe; omhoog; op; opwaarts
upon bij; erbij; erop aan

Traducciones relacionadas de erop