Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. hakketakken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hakketakken de neerlandés a inglés

hakketakken:

hakketakken verbo (hakketak, hakketakt, hakketakte, hakketakten, gehakketakt)

  1. hakketakken (bekvechten; ruzieën; twisten; bakkeleien)
    to argue; to quarrel; to wrangle; to twist; to debate; to altercate; to dispute
    • argue verbo (argues, argued, argueing)
    • quarrel verbo (quarrels, quarreled, quarreling)
    • wrangle verbo (wrangles, wrangled, wrangling)
    • twist verbo (twists, twisted, twisting)
    • debate verbo (debates, debated, debating)
    • altercate verbo (altercates, altercated, altercating)
    • dispute verbo (disputes, disputed, disputing)

Conjugaciones de hakketakken:

o.t.t.
  1. hakketak
  2. hakketakt
  3. hakketakt
  4. hakketakken
  5. hakketakken
  6. hakketakken
o.v.t.
  1. hakketakte
  2. hakketakte
  3. hakketakte
  4. hakketakten
  5. hakketakten
  6. hakketakten
v.t.t.
  1. heb gehakketakt
  2. hebt gehakketakt
  3. heeft gehakketakt
  4. hebben gehakketakt
  5. hebben gehakketakt
  6. hebben gehakketakt
v.v.t.
  1. had gehakketakt
  2. had gehakketakt
  3. had gehakketakt
  4. hadden gehakketakt
  5. hadden gehakketakt
  6. hadden gehakketakt
o.t.t.t.
  1. zal hakketakken
  2. zult hakketakken
  3. zal hakketakken
  4. zullen hakketakken
  5. zullen hakketakken
  6. zullen hakketakken
o.v.t.t.
  1. zou hakketakken
  2. zou hakketakken
  3. zou hakketakken
  4. zouden hakketakken
  5. zouden hakketakken
  6. zouden hakketakken
diversen
  1. hakketak!
  2. hakketakt!
  3. gehakketakt
  4. hakketakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hakketakken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
debate debat; discussie; dispuut; gedachtenverandering; gedachtewisseling; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
dispute aanvechten; bestrijden; betwisten; botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
quarrel botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; kwestie; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
twist dispuut; draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling
wrangle geschil; kwestie; ruzie; twist
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
altercate bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten
argue bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten argumenteren; beredeneren; disputeren; redeneren; redetwisten; twisten
debate bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten debatteren; discussiëren
dispute bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten aanvechten; argumenteren; bestrijden; betwisten; disputeren; redetwisten; twisten
quarrel bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten bekampen; bestrijden; bevechten; in onmin geraken; kiften; kijven; knokken; krakelen; matten; ruzie maken; ruziën; strijden; twisten; vechten
twist bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten draaien; iets omdraaien; kantelen; omkeren; rollen; ronddraaien; roteren; verwringen; wentelen; zich wringen
wrangle bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten