Neerlandés

Traducciones detalladas de keer de neerlandés a inglés

keer:

keer [de ~ (m)] sustantivo

  1. de keer (maal)
    the time
    – an instance or single occasion for some event 1
    • time [the ~] sustantivo
      • this time he succeeded1
      • he called four times1
  2. de keer (verandering; wijziging; ombuiging)
    the change; the bending
  3. de keer (keerpunt; wending)
    the turning-point; the turn; the change; the crisis; the state of emergency; the emergency situation
  4. de keer (kentering; omslag; ommekeer; )
    the bending

Translation Matrix for keer:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bending keer; kentering; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; verandering; wijziging buiging; draaiing
change keer; keerpunt; ombuiging; verandering; wending; wijziging amendement; amendering; hervorming; herziening; inruil; kentering; kleingeld; modificatie; mutatie; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omruil; omruiling; omschakeling; omwisselen; omwisseling; overplaatsing; overstap; richtingsverandering; ruil; ruiling; ruiltransactie; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; verruiling; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging; wisselgeld; wisseling
crisis keer; keerpunt; wending alarmtoestand; nood; noodtoestand
emergency situation keer; keerpunt; wending alarmtoestand; nood; noodtoestand
state of emergency keer; keerpunt; wending alarmtoestand; nood; noodtoestand
time keer; maal periode; termijn; tijd; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsduur
turn keer; keerpunt; wending beurt; bocht; draai; haspel; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
turning-point keer; keerpunt; wending
- maal
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
change afwisselen; amenderen; andere kleren aantrekken; hernieuwen; herzien; inwisselen; krom buigen; modificeren; ombuigen; omkleden; omruilen; omwerken; omwisselen; opnieuw doen; overdoen; overstappen; ruilen; veranderen; verbuigen; verkleden; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen
time de tijd opnemen; klokken; timen
turn afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen; zwenken
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
bending zwiepend

Palabras relacionadas con "keer":

  • keren, keertje, keertjes

Sinónimos de "keer":


Definiciones relacionadas de "keer":

  1. om vermenigvuldigen aan te geven2
    • acht keer zes is ....achtenveertig2
  2. elk moment waarop het gebeurt2
    • hoeveel keer heb je hem gebeld?2

Wiktionary: keer

keer
noun
  1. telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt
keer
noun
  1. instance or occurrence
  2. ratio of comparison
  3. -
en-prep
  1. multiplied by

Cross Translation:
FromToVia
keer time Mal — bestimmter Zeitpunkt; Moment; die Anzeige eines Wiederholungsfaktors oder einer Reihenfolge
keer alteration; change; conversion; transformation altération — physique|fr chimie|fr changement dans l’état d’une chose.
keer time; occasion fois — Reprise
keer transformation; change; conversion; about-face; alteration; shift; refashioning; reform; metamorphosis; recreation; regeneration; adaptation; adjustment transformationaction de transformer.

keren:

keren verbo (keer, keert, keerde, keerden, gekeerd)

  1. keren (omdraaien; draaien; wenden)
    to turn around; to turn
    • turn around verbo (turns around, turned around, turning around)
    • turn verbo (turns, turned, turning)
  2. keren (omkeren; teruggaan)
    to return; to turn around; to go back
    • return verbo (returns, returned, returning)
    • turn around verbo (turns around, turned around, turning around)
    • go back verbo (goes back, went back, going back)
  3. keren (wenden; draaien)
    to turn
    • turn verbo (turns, turned, turning)

Conjugaciones de keren:

o.t.t.
  1. keer
  2. keert
  3. keert
  4. keren
  5. keren
  6. keren
o.v.t.
  1. keerde
  2. keerde
  3. keerde
  4. keerden
  5. keerden
  6. keerden
v.t.t.
  1. ben gekeerd
  2. bent gekeerd
  3. is gekeerd
  4. zijn gekeerd
  5. zijn gekeerd
  6. zijn gekeerd
v.v.t.
  1. was gekeerd
  2. was gekeerd
  3. was gekeerd
  4. waren gekeerd
  5. waren gekeerd
  6. waren gekeerd
o.t.t.t.
  1. zal keren
  2. zult keren
  3. zal keren
  4. zullen keren
  5. zullen keren
  6. zullen keren
o.v.t.t.
  1. zou keren
  2. zou keren
  3. zou keren
  4. zouden keren
  5. zouden keren
  6. zouden keren
en verder
  1. heb gekeerd
  2. hebt gekeerd
  3. heeft gekeerd
  4. hebben gekeerd
  5. hebben gekeerd
  6. hebben gekeerd
diversen
  1. keer!
  2. keert!
  3. gekeerd
  4. kerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for keren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
return baat; contraprestatie; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; uitkomst; voortbrengsel; wederdienst; weergave; winst
turn beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
go back keren; omkeren; teruggaan dateren; teruggaan; teruggrijpen
return keren; omkeren; teruggaan dateren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren
turn draaien; keren; omdraaien; wenden afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; ombladeren; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen; zwenken
turn around draaien; keren; omdraaien; omkeren; teruggaan; wenden zich omdraaien
- omdraaien; omkeren
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug

Palabras relacionadas con "keren":


Sinónimos de "keren":


Definiciones relacionadas de "keren":

  1. het in tegenovergestelde richting brengen2
    • ik heb de auto gekeerd2
  2. in tegengestelde richting gaan2
    • ik ben gekeerd en teruggereden2

Wiktionary: keren

keren
verb
  1. de andere zijde toewenden
keren
verb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
keren return; turn over; turn around; turn round; inside out; turn; revolve; whirl; relay; resend; send back; blend; mingle; mix; shuffle; invert; reverse retourneraller de nouveau en un lieu.

Traducciones relacionadas de keer