Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. kliek:
  2. klieken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kliek de neerlandés a inglés

kliek:

kliek [de ~] sustantivo

  1. de kliek (onderonsje)
    the clique; the coterie; the private chat; the set; the small circle

Translation Matrix for kliek:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
clique kliek; onderonsje bende; clan
coterie kliek; onderonsje coterie
private chat kliek; onderonsje
set kliek; onderonsje accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; koppel; manche; partij; pot; samenscholing; set; span; stel; strijd; troep; wedstrijd
small circle kliek; onderonsje afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
set deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
set star; strak; strakgespannen; verstard

Palabras relacionadas con "kliek":


Wiktionary: kliek

kliek
noun
  1. clique
  2. small, exclusive group

kliek forma de klieken:

klieken [de ~] sustantivo, plural

  1. de klieken (kliekjes; etensresten)
    the leftovers

klieken verbo (kliek, kliekt, kliekte, kliekten, gekliekt)

  1. klieken (aaneensluiten)
    to close the ranks
    • close the ranks verbo (closes the ranks, closed the ranks, closing the ranks)

Conjugaciones de klieken:

o.t.t.
  1. kliek
  2. kliekt
  3. kliekt
  4. klieken
  5. klieken
  6. klieken
o.v.t.
  1. kliekte
  2. kliekte
  3. kliekte
  4. kliekten
  5. kliekten
  6. kliekten
v.t.t.
  1. heb gekliekt
  2. hebt gekliekt
  3. heeft gekliekt
  4. hebben gekliekt
  5. hebben gekliekt
  6. hebben gekliekt
v.v.t.
  1. had gekliekt
  2. had gekliekt
  3. had gekliekt
  4. hadden gekliekt
  5. hadden gekliekt
  6. hadden gekliekt
o.t.t.t.
  1. zal klieken
  2. zult klieken
  3. zal klieken
  4. zullen klieken
  5. zullen klieken
  6. zullen klieken
o.v.t.t.
  1. zou klieken
  2. zou klieken
  3. zou klieken
  4. zouden klieken
  5. zouden klieken
  6. zouden klieken
diversen
  1. kliek!
  2. kliekt!
  3. gekliekt
  4. kliekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klieken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
leftovers etensresten; klieken; kliekjes
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
close the ranks aaneensluiten; klieken

Palabras relacionadas con "klieken":