Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. kloven:
  2. kluiven:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kloven de neerlandés a inglés

kloven:

kloven verbo (kloof, klooft, kloofde, kloofden, gekloofd)

  1. kloven (uiteensplijten; splitsen; splijten; klieven)
    to split; to cleave; to chop into small pieces; to crack; to chop; split open; to chop up
    • split verbo (splits, split, splitting)
    • cleave verbo (cleaves, cleft, cleaving)
    • chop into small pieces verbo (chops into small pieces, chopped into small pieces, chopping into small pieces)
    • crack verbo (cracks, cracked, cracking)
    • chop verbo (chops, chopped, chopping)
    • split open verbo
    • chop up verbo (chops up, chopped up, chopping up)
  2. kloven (in tweeën houwen; klieven; doormidden hakken; )
    to cleave; to hew through; to cut
    • cleave verbo (cleaves, cleft, cleaving)
    • hew through verbo (hews through, hewed through, hewing through)
    • cut verbo (cuts, cut, cutting)

Conjugaciones de kloven:

o.t.t.
  1. kloof
  2. klooft
  3. klooft
  4. kloven
  5. kloven
  6. kloven
o.v.t.
  1. kloofde
  2. kloofde
  3. kloofde
  4. kloofden
  5. kloofden
  6. kloofden
v.t.t.
  1. heb gekloofd
  2. hebt gekloofd
  3. heeft gekloofd
  4. hebben gekloofd
  5. hebben gekloofd
  6. hebben gekloofd
v.v.t.
  1. had gekloofd
  2. had gekloofd
  3. had gekloofd
  4. hadden gekloofd
  5. hadden gekloofd
  6. hadden gekloofd
o.t.t.t.
  1. zal kloven
  2. zult kloven
  3. zal kloven
  4. zullen kloven
  5. zullen kloven
  6. zullen kloven
o.v.t.t.
  1. zou kloven
  2. zou kloven
  3. zou kloven
  4. zouden kloven
  5. zouden kloven
  6. zouden kloven
en verder
  1. is gekloofd
diversen
  1. kloof!
  2. klooft!
  3. gekloofd
  4. klovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kloven [de ~] sustantivo, plural

  1. de kloven (bergkloven; spleten)
    the mountain cleaves

Translation Matrix for kloven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
chop karbonade; kotelet
crack bam; barst; breuk; coryfee; crack; explosie; geweldenaar; kei; kiertje; knak; knal; knik; krak; kraken; ontploffing; plof; scheur
cut bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; coupure; inkeping; inkerving; inkrimping; insnijding; jaap; keep; kerf; korting; kostenbesparing; ontering; prijsverlaging; prijsvermindering; reductie; snede; snee; sneetje; snijwond; snijwondje; snit; snoeiing; verkorting; verlaging
mountain cleaves bergkloven; kloven; spleten
split afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing; gleuf; kier; opening; scheur; sleuf; torn
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
chop klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten fijnhakken; hakken; kleinhakken
chop into small pieces klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten
chop up klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten stukhakken
cleave doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen
crack klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten aan stukken springen; een krakend geluid maken; huizen kraken; knakken; knallen; knappen; kraken; losbreken; loskoppelen; openbreken; openrukken; opensperren; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen
cut doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; coifferen; doorknippen; een knippend geluid maken; entameren; houtsnijden; in hout schrijven; kappen; kerven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snerpen; snijden; snijwerk maken; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen
hew through doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
split klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten afscheiden; afsplitsen; afzonderen; hakken; in stukken hakken; loskoppelen; opkrassen; scheiden; separeren; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen
split open klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten openhakken
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
cut gekuist; gesneden; zedig gemaakt
split gespleten; gevorkt

Palabras relacionadas con "kloven":

  • klove

Wiktionary: kloven

kloven
verb
  1. het op bepaalde wijzen splijten van een diamant

Cross Translation:
FromToVia
kloven cleave; chop kliebentransitiv; österreichisch, südostdeutsch umgangssprachlich: (Holz) der Länge nach zerteilen
kloven split; cleave; rend fendre — Traductions à trier suivant le sens

klove:


Palabras relacionadas con "klove":


kluiven:

kluiven verbo (kluif, kluift, kloof, kloven, gekloven)

  1. kluiven (knauwen)
    to nibble; to gnaw; to pick; to munch; to nybble
    • nibble verbo, americano (nibbles, nibbled, nibbling)
    • gnaw verbo (gnaws, gnawed, gnawing)
    • pick verbo (picks, picked, picking)
    • munch verbo (munches, munched, munching)
    • nybble verbo, británico
    to peck
    – eat like a bird 1
    • peck verbo (pecks, pecked, pecking)

Conjugaciones de kluiven:

o.t.t.
  1. kluif
  2. kluift
  3. kluift
  4. kluiven
  5. kluiven
  6. kluiven
o.v.t.
  1. kloof
  2. kloof
  3. kloof
  4. kloven
  5. kloven
  6. kloven
v.t.t.
  1. heb gekloven
  2. hebt gekloven
  3. heeft gekloven
  4. hebben gekloven
  5. hebben gekloven
  6. hebben gekloven
v.v.t.
  1. had gekloven
  2. had gekloven
  3. had gekloven
  4. hadden gekloven
  5. hadden gekloven
  6. hadden gekloven
o.t.t.t.
  1. zal kluiven
  2. zult kluiven
  3. zal kluiven
  4. zullen kluiven
  5. zullen kluiven
  6. zullen kluiven
o.v.t.t.
  1. zou kluiven
  2. zou kluiven
  3. zou kluiven
  4. zouden kluiven
  5. zouden kluiven
  6. zouden kluiven
diversen
  1. kluif!
  2. kluift!
  3. gekloven
  4. kluivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kluiven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
peck kusje; zoentje
pick houweel; klover; selectie; uitverkoring
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
gnaw kluiven; knauwen aanbijten; aanvreten; knabbelen; knagen; knauwen; peuzelen
munch kluiven; knauwen consumeren; eten; gebruiken; knagen; knauwen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; snoepen; spijzen; tot zich nemen; verorberen
nibble kluiven; knauwen consumeren; eten; gebruiken; knabbelen; knagen; knauwen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; peuzelen; snoepen; spijzen; tot zich nemen; verorberen; verslinden; verzwelgen
nybble kluiven; knauwen consumeren; eten; gebruiken; knabbelen; knagen; knauwen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; peuzelen; snoepen; spijzen; tot zich nemen; verorberen; verslinden; verzwelgen
peck kluiven; knauwen schaften; spijzen
pick kluiven; knauwen binnen halen; kiezen; knabbelen; knagen; knauwen; oogsten; orderverzamelen; peuteren; peuzelen; plukken; pulken; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; ziften

Palabras relacionadas con "kluiven":


Wiktionary: kluiven

kluiven
verb
  1. een bot in handen houden en er vlees van afhappen