Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. konfijt:
  2. konfijten:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de konfijt de neerlandés a inglés

konfijt:

konfijt [znw.] sustantivo

  1. konfijt
    the preserves; the candies

Translation Matrix for konfijt:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
candies konfijt
preserves konfijt conserven

Palabras relacionadas con "konfijt":


konfijten:

konfijten verbo (konfijt, konfijtte, konfijtten, gekonfijt)

  1. konfijten
    to candy
    • candy verbo (candies, candied, candying)

Conjugaciones de konfijten:

o.t.t.
  1. konfijt
  2. konfijt
  3. konfijt
  4. konfijten
  5. konfijten
  6. konfijten
o.v.t.
  1. konfijtte
  2. konfijtte
  3. konfijtte
  4. konfijtten
  5. konfijtten
  6. konfijtten
v.t.t.
  1. heb gekonfijt
  2. hebt gekonfijt
  3. heeft gekonfijt
  4. hebben gekonfijt
  5. hebben gekonfijt
  6. hebben gekonfijt
v.v.t.
  1. had gekonfijt
  2. had gekonfijt
  3. had gekonfijt
  4. hadden gekonfijt
  5. hadden gekonfijt
  6. hadden gekonfijt
o.t.t.t.
  1. zal konfijten
  2. zult konfijten
  3. zal konfijten
  4. zullen konfijten
  5. zullen konfijten
  6. zullen konfijten
o.v.t.t.
  1. zou konfijten
  2. zou konfijten
  3. zou konfijten
  4. zouden konfijten
  5. zouden konfijten
  6. zouden konfijten
en verder
  1. is gekonfijt
diversen
  1. konfijt!
  2. konfijt!
  3. gekonfijt
  4. konfijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for konfijten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
candy beminde; duifje; kandij; lekkers; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoep; snoepgoed; snoepjes; snoes; suikergoed; suikerwerk; zoetigheid
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
candy konfijten versuikeren; zoeten; zoetmaken

Palabras relacionadas con "konfijten":


Wiktionary: konfijten

konfijten
verb
  1. plaatsen van levensmiddelen in suiker om deze te zoeten en te conserveren

Cross Translation:
FromToVia
konfijten preserve confire — Faire cuire dans un sirop, une liqueur, une graisse, certains aliments en vue de leur conservation. La substance choisir pénétrer alors l’aliment et s’y incorporer.