Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. navolgend:
  2. navolgen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de navolgend de neerlandés a inglés

navolgend:

navolgend adj.

  1. navolgend (volgende; onderstaande)

Translation Matrix for navolgend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
following achtervolgen; daaropvolgend; volgen
next daaropvolgend
succeeding gelukken; lukken; slagen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
following navolgend; onderstaande; volgende komend; volgend
subsequent navolgend; onderstaande; volgende komend; opvolgend; volgend
succeeding navolgend; onderstaande; volgende opvolgend
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
below navolgend; onderstaande; volgende beneden; daar beneden; hieronder; naar beneden; neer; omlaag; onder deze plaats; onderin; onderuit; van onderen
next later; straks; zometeen
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
following naar aanleiding van
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
next navolgend; onderstaande; volgende aankomend; aanstaand; aanstaande; daarna; eerstvolgend; hierna; hierop; komend; later; naderhand; nadien; toekomend; toekomstig; toekomstige; vervolgens; volgend

navolgend forma de navolgen:

navolgen verbo (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)

  1. navolgen (komen na)
    to follow; to come after
    • follow verbo (follows, followed, following)
    • come after verbo (comes after, came after, coming after)
  2. navolgen (opvolgen; volgen)
    to follow; to imitate
    • follow verbo (follows, followed, following)
    • imitate verbo (imitates, imitated, imitating)
  3. navolgen (nadoen; nabootsen; imiteren)
    to imitate; to copy
    • imitate verbo (imitates, imitated, imitating)
    • copy verbo (copies, copied, copying)

Conjugaciones de navolgen:

o.t.t.
  1. volg na
  2. volgt na
  3. volgt na
  4. volgen na
  5. volgen na
  6. volgen na
o.v.t.
  1. volgde na
  2. volgde na
  3. volgde na
  4. volgden na
  5. volgden na
  6. volgden na
v.t.t.
  1. heb nagevolgd
  2. hebt nagevolgd
  3. heeft nagevolgd
  4. hebben nagevolgd
  5. hebben nagevolgd
  6. hebben nagevolgd
v.v.t.
  1. had nagevolgd
  2. had nagevolgd
  3. had nagevolgd
  4. hadden nagevolgd
  5. hadden nagevolgd
  6. hadden nagevolgd
o.t.t.t.
  1. zal navolgen
  2. zult navolgen
  3. zal navolgen
  4. zullen navolgen
  5. zullen navolgen
  6. zullen navolgen
o.v.t.t.
  1. zou navolgen
  2. zou navolgen
  3. zou navolgen
  4. zouden navolgen
  5. zouden navolgen
  6. zouden navolgen
en verder
  1. ben nagevolgd
  2. bent nagevolgd
  3. is nagevolgd
  4. zijn nagevolgd
  5. zijn nagevolgd
  6. zijn nagevolgd
diversen
  1. volg na!
  2. volgt na!
  3. nagevolgd
  4. navolgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for navolgen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
copy afschrift; carbon; copie; doorslag; duplicaat; exemplaar; fotokopie; kopie; kopij; transcriptie
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
come after komen na; navolgen
copy imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen fotokopiëren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; namaken; overschrijven; reproduceren
follow komen na; navolgen; opvolgen; volgen achternagaan; achternalopen; een fusie aangaan; fuseren; nakomen; nalopen; samengaan; volgen
imitate imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen; opvolgen; volgen falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; naäpen; vervalsen