Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/inglés ->Traducir oprijzend

Traducir oprijzend de neerlandés a inglés

Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. oprijzend:
  2. oprijzen:
  3. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de oprijzend de neerlandés a inglés

oprijzend:

oprijzend adj.

  1. oprijzend
    rising; increasing; mounting; climbing; on the increase

Translation Matrix for oprijzend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
climbing opklimmen; stijgen
increasing aangroei; aanwas; uitdijen; uitdijing
mounting filmmontage; kader; lijst; montage; montering; omlijsting; raam; rand; scheepsaffuit; zetsels; zetten; zetwerk
rising aangroei; aanwas; aanwassen; aanzwellen; klimmen; omhoog komen; omhoogkomen; opstijgen; rijzing; stijgen; stijging; uitdijen; uitdijing; verrijzing; wassen; zwellen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
increasing oprijzend in toenemende mate; klimmend; meer en meer; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend
rising oprijzend klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
climbing oprijzend klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend
mounting oprijzend klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend
on the increase oprijzend klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend

oprijzend forma de oprijzen:

oprijzen verbo (rijs op, rijst op, rees op, rezen op, opgerezen)

  1. oprijzen (omhoogrijzen; rijzen)
    to arise
    • arise verbo (arises, arised, arising)

Conjugaciones de oprijzen:

o.t.t.
  1. rijs op
  2. rijst op
  3. rijst op
  4. rijzen op
  5. rijzen op
  6. rijzen op
o.v.t.
  1. rees op
  2. rees op
  3. rees op
  4. rezen op
  5. rezen op
  6. rezen op
v.t.t.
  1. ben opgerezen
  2. bent opgerezen
  3. is opgerezen
  4. zijn opgerezen
  5. zijn opgerezen
  6. zijn opgerezen
v.v.t.
  1. was opgerezen
  2. was opgerezen
  3. was opgerezen
  4. waren opgerezen
  5. waren opgerezen
  6. waren opgerezen
o.t.t.t.
  1. zal oprijzen
  2. zult oprijzen
  3. zal oprijzen
  4. zullen oprijzen
  5. zullen oprijzen
  6. zullen oprijzen
o.v.t.t.
  1. zou oprijzen
  2. zou oprijzen
  3. zou oprijzen
  4. zouden oprijzen
  5. zouden oprijzen
  6. zouden oprijzen
diversen
  1. rijs op!
  2. rijst op!
  5. opgerezen
  6. oprijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for oprijzen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
arise omhoogrijzen; oprijzen; rijzen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gaan staan; gebeuren; gedijen; geschieden; groeien; groter worden; omhooggaan; omhoogrijzen; ontspinnen; opdagen; opduiken; opkomen; opstaan; opzetten; plaats hebben; plaats vinden; rijzen; stijgen; toenemen; vermeerderen; verschijnen

Wiktionary: oprijzen

oprijzen
noun
  1. action of moving upwards







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0228 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos