Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. sink:


Neerlandés

Traducciones detalladas de sink de neerlandés a inglés

sink:

sink

  1. sink
    the sink
    – A device or part of a device that receives something from another device. 1
    • sink [the ~] sustantivo

Translation Matrix for sink:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
sink sink aanrecht; gootsteen; spoelbak; wasbak; wastafel
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
sink afglijden; afnemen; aftakelen; afzakken; doen zinken; inkrimpen; inzinken; kelderen; krimpen; minder worden; onder water gaan; ondergaan; slinken; verkleinen; verminderen; vervallen; verzakken; wegglijden; wegzinken; zakken; zinken