Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. slemiel:


Neerlandés

Traducciones detalladas de slemiel de neerlandés a inglés

slemiel:

slemiel [znw.] sustantivo

  1. slemiel (schlemiel; watje; sukkel; slungel)
    the schlemiel; the dolt; the drip; the wet
    • schlemiel [the ~] sustantivo
    • dolt [the ~] sustantivo
    • drip [the ~] sustantivo
    • wet [the ~] sustantivo

Translation Matrix for slemiel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
dolt schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; hufter; klooi; klootzak; kuiken; leeghoofdje; lomperik; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; sufferdje; uil
drip schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje debiel; drop; druppel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; infusum; infuus; mafkees; mafketel; mafkikker; sofvent; waanzinnige; zot
schlemiel schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje
wet schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje chagrijn; spelbreker
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
drip afdruipen; afdruppelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken
wet afbetten; begieten; besproeien; bespuiten; betten; bevochtigen; deppen; nat maken; sproeien; water geven
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
wet humide; met neerslag; nat; regenachtig; vochtig