Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. tres:


Neerlandés

Traducciones detalladas de tres de neerlandés a inglés

tres:

tres [de ~] sustantivo

  1. de tres (galon; omzoming)
    the fringe; the border; the rim; the tress; the ribbon; the trimming; the lace; the braid

Translation Matrix for tres:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
border galon; omzoming; tres boordsel; galon; grens; grens van een land; grensovergang; grensscheiding; landgrens; landsgrens; omzoming; oplegsel; passement; rand; rijksgrens
braid galon; omzoming; tres
fringe galon; omzoming; tres boordsel; franje; galon; haardracht; omzoming; oplegsel; passement; pony; versiering van rafels
lace galon; omzoming; tres kant; kantkloswerk; kantwerk
ribbon galon; omzoming; tres haarband; haarlint; inktlint; keelband; lint; lintje
rim galon; omzoming; tres kader; lijst; omlijsting; raam; rand; randje; velg
tress galon; omzoming; tres
trimming galon; omzoming; tres boordsel; bordgarneersel; franje; galon; garneersel; gesnoei; omzoming; oplegsel; opsieren; opsmukken; passement; passementerie; versierende omzoming; versiering van rafels; zich mooi maken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
border afzetten; grenzen; grenzen aan; omboorden; omranden; zomen
braid invlechten; vlechten; vlechten in
fringe zomen
lace dichtrijgen; dichtsnoeren; rijgen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
lace kanten

Palabras relacionadas con "tres":

  • tressen