Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. typeren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de typeren de neerlandés a inglés

typeren:

typeren verbo (typeer, typeert, typeerde, typeerden, getypeerd)

  1. typeren (kenschetsen; karakteriseren; kenmerken)
    to characterize; to characterise
    – describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1
    • characterize verbo, americano (characterizes, characterized, characterizing)
      • You can characterize his behavior as that of an egotist1
      • This poem can be characterized as a lament for a dead lover1
    • characterise verbo, británico
    to define
    – determine the essential quality of 1
    • define verbo (defines, defined, defining)
    to depict; to describe
    – give a description of 1
    • depict verbo (depicts, depicted, depicting)
    • describe verbo (describes, described, describing)
    to mark
    • mark verbo (marks, marked, marking)
  2. typeren (karakteriseren; kenmerken; tekenen; kenschetsen)
    to characterize; to characterise
    – describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1
    • characterize verbo, americano (characterizes, characterized, characterizing)
      • You can characterize his behavior as that of an egotist1
      • This poem can be characterized as a lament for a dead lover1
    • characterise verbo, británico
    to typify
    – express indirectly by an image, form, or model; be a symbol 1
    • typify verbo (typifies, typified, typifying)
    to mark
    • mark verbo (marks, marked, marking)

Conjugaciones de typeren:

o.t.t.
  1. typeer
  2. typeert
  3. typeert
  4. typeren
  5. typeren
  6. typeren
o.v.t.
  1. typeerde
  2. typeerde
  3. typeerde
  4. typeerden
  5. typeerden
  6. typeerden
v.t.t.
  1. ben getypeerd
  2. bent getypeerd
  3. is getypeerd
  4. zijn getypeerd
  5. zijn getypeerd
  6. zijn getypeerd
v.v.t.
  1. was getypeerd
  2. was getypeerd
  3. was getypeerd
  4. waren getypeerd
  5. waren getypeerd
  6. waren getypeerd
o.t.t.t.
  1. zal typeren
  2. zult typeren
  3. zal typeren
  4. zullen typeren
  5. zullen typeren
  6. zullen typeren
o.v.t.t.
  1. zou typeren
  2. zou typeren
  3. zou typeren
  4. zouden typeren
  5. zouden typeren
  6. zouden typeren
diversen
  1. typeer!
  2. typeert!
  3. getypeerd
  4. typerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for typeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
mark beoordelingscijfer; cijfer; doelschijf; eigenschap; etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; litteken; merk; merkteken; onderscheidingsteken; punt; rapportcijfer; schietschijf; schoolcijfer
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
characterise karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
characterize karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
define karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren aanduiden; aangeven; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; beschrijven; definiëren; iets aanwijzen; indiceren; mededelen; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; wijzen; zeggen
depict karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afbeelden; afschilderen; beschrijven; doen lijken; mededelen; portretteren; schilderen; tekenen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
describe karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afschilderen; beschrijven; doen lijken; mededelen; omschrijven; schetsen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen
mark karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren aankruisen; aanstrepen; afvinken; branden; brandmerken; inbranden; keurmerken; markeren; merken; van stigma's voorzien; vinken
typify karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren

Wiktionary: typeren

typeren
verb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
typeren characterize charakterisieren‚etwas charakterisiert jemanden:‘ für jemanden typisch, kennzeichnend sein