Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. uit elkaar vallen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uit elkaar vallen de neerlandés a inglés

uit elkaar vallen:

uit elkaar vallen verbo (val uit elkaar, valt uit elkaar, viel uit elkaar, vielen uit elkaar, uit elkaar gevallen)

  1. uit elkaar vallen (desintegreren; uiteenvallen)
    to disintegrate; to collapse; to fall apart; to break up; to fall to pieces; to crumble; to fall to bits
    • disintegrate verbo (disintegrates, disintegrated, disintegrating)
    • collapse verbo (collapses, collapsed, collapsing)
    • fall apart verbo (falls apart, fell apart, falling apart)
    • break up verbo (breaks up, broke up, breaking up)
    • fall to pieces verbo (falls to pieces, fell to pieces, falling to pieces)
    • crumble verbo (crumbles, crumbled, crumbling)
    • fall to bits verbo (falls to bits, fell to bits, falling to bits)

Conjugaciones de uit elkaar vallen:

o.t.t.
  1. val uit elkaar
  2. valt uit elkaar
  3. valt uit elkaar
  4. vallen uit elkaar
  5. vallen uit elkaar
  6. vallen uit elkaar
o.v.t.
  1. viel uit elkaar
  2. viel uit elkaar
  3. viel uit elkaar
  4. vielen uit elkaar
  5. vielen uit elkaar
  6. vielen uit elkaar
v.t.t.
  1. ben uit elkaar gevallen
  2. bent uit elkaar gevallen
  3. is uit elkaar gevallen
  4. zijn uit elkaar gevallen
  5. zijn uit elkaar gevallen
  6. zijn uit elkaar gevallen
v.v.t.
  1. was uit elkaar gevallen
  2. was uit elkaar gevallen
  3. was uit elkaar gevallen
  4. waren uit elkaar gevallen
  5. waren uit elkaar gevallen
  6. waren uit elkaar gevallen
o.t.t.t.
  1. zal uit elkaar vallen
  2. zult uit elkaar vallen
  3. zal uit elkaar vallen
  4. zullen uit elkaar vallen
  5. zullen uit elkaar vallen
  6. zullen uit elkaar vallen
o.v.t.t.
  1. zou uit elkaar vallen
  2. zou uit elkaar vallen
  3. zou uit elkaar vallen
  4. zouden uit elkaar vallen
  5. zouden uit elkaar vallen
  6. zouden uit elkaar vallen
diversen
  1. val uit elkaar!
  2. valt uit elkaar!
  3. uit elkaar gevallen
  4. uit elkaar vallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uit elkaar vallen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
collapse achteruitgang; afleggen; bezwijken; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; inzakking; inzinking; neervallen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
break up desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen afbreken; breken; gaan; heengaan; in elkaar storten; losrukken; losscheuren; lostrekken; neerhalen; omgraven; omploegen; omspitten; omverhalen; omwerken; opbreken; opdoeken; opheffen; opstappen; ploegen; scheiden; slopen; spitten; ten gronde gaan; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteengaan; uiteenstuiven; uiteenvliegen; uitmaken; van elkaar gaan; vertrekken; wegbreken; weggaan
collapse desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen afleggen; bezwijken; het onderspit delven; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; samenvouwen; sterk afnemen; ten gronde gaan; tenondergaan; teruglopen; vallen; verzakken
crumble desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen brokkelen; in elkaar storten; kruimelen; ten gronde gaan; verbrokkelen; vergaan; verkommeren; verkruimelen; vervallen
disintegrate desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen
fall apart desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen
fall to bits desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen
fall to pieces desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; kapotgaan; onklaar raken; stukgaan; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen

Wiktionary: uit elkaar vallen

uit elkaar vallen
verb
  1. intransitive: break into pieces through being in a dilapidated state
  2. to fall apart

Cross Translation:
FromToVia
uit elkaar vallen knacker déglinguer — (familier, fr) détériorer, détraquer, endommager.

Traducciones relacionadas de uit elkaar vallen