Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. verleren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verleren de neerlandés a inglés

verleren:

verleren verbo (verleer, verleert, verleerde, verleerden, verleerd)

  1. verleren
    to forget; to unlearn
    • forget verbo (forgets, forgot, forgetting)
    • unlearn verbo (unlearns, unlearned, unlearning)

Conjugaciones de verleren:

o.t.t.
  1. verleer
  2. verleert
  3. verleert
  4. verleren
  5. verleren
  6. verleren
o.v.t.
  1. verleerde
  2. verleerde
  3. verleerde
  4. verleerden
  5. verleerden
  6. verleerden
v.t.t.
  1. ben verleerd
  2. bent verleerd
  3. is verleerd
  4. zijn verleerd
  5. zijn verleerd
  6. zijn verleerd
v.v.t.
  1. was verleerd
  2. was verleerd
  3. was verleerd
  4. waren verleerd
  5. waren verleerd
  6. waren verleerd
o.t.t.t.
  1. zal verleren
  2. zult verleren
  3. zal verleren
  4. zullen verleren
  5. zullen verleren
  6. zullen verleren
o.v.t.t.
  1. zou verleren
  2. zou verleren
  3. zou verleren
  4. zouden verleren
  5. zouden verleren
  6. zouden verleren
diversen
  1. verleer!
  2. verleert!
  3. verleerd
  4. verlerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verleren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
forget verleren vergeten
unlearn verleren