Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. verspelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verspelen de neerlandés a inglés

verspelen:

verspelen verbo (verspeel, verspeelt, verspeelde, verspeelden, verspeeld)

  1. verspelen (vergokken; vergooien)
    to throw away; to lose; to gamble away; bet away
    • throw away verbo (throws away, threw away, throwing away)
    • lose verbo (loses, lost, losing)
    • gamble away verbo (gambles away, gambled away, gambling away)
    • bet away verbo

Conjugaciones de verspelen:

o.t.t.
  1. verspeel
  2. verspeelt
  3. verspeelt
  4. verspelen
  5. verspelen
  6. verspelen
o.v.t.
  1. verspeelde
  2. verspeelde
  3. verspeelde
  4. verspeelden
  5. verspeelden
  6. verspeelden
v.t.t.
  1. heb verspeeld
  2. hebt verspeeld
  3. heeft verspeeld
  4. hebben verspeeld
  5. hebben verspeeld
  6. hebben verspeeld
v.v.t.
  1. had verspeeld
  2. had verspeeld
  3. had verspeeld
  4. hadden verspeeld
  5. hadden verspeeld
  6. hadden verspeeld
o.t.t.t.
  1. zal verspelen
  2. zult verspelen
  3. zal verspelen
  4. zullen verspelen
  5. zullen verspelen
  6. zullen verspelen
o.v.t.t.
  1. zou verspelen
  2. zou verspelen
  3. zou verspelen
  4. zouden verspelen
  5. zouden verspelen
  6. zouden verspelen
diversen
  1. verspeel!
  2. verspeelt!
  3. verspeeld
  4. verspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verspelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bet away vergokken; vergooien; verspelen
gamble away vergokken; vergooien; verspelen
lose vergokken; vergooien; verspelen erbij inschieten; kwijt raken; kwijtraken; missen; verbeuren; verliezen; verloren gaan; vermissen; wegmaken; wegraken; zoek maken; zoekmaken
throw away vergokken; vergooien; verspelen verbeuzelen; verknoeien; verlummelen; weggooien; wegsmijten