Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. vuilmaken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de vuilmaken de neerlandés a inglés

vuilmaken:

vuilmaken verbo (maak vuil, maakt vuil, maakte vuil, maakten vuil, vuil gemaakt)

  1. vuilmaken (viesmaken)
    to soil; to pollute; to dirty; to blemish; to make dirty
    • soil verbo (soils, soiled, soiling)
    • pollute verbo (pollutes, polluted, polluting)
    • dirty verbo (dirties, dirtied, dirtying)
    • blemish verbo (blemishes, blemished, blemishing)
    • make dirty verbo (makes dirty, made dirty, making dirty)

Conjugaciones de vuilmaken:

o.t.t.
  1. maak vuil
  2. maakt vuil
  3. maakt vuil
  4. maken vuil
  5. maken vuil
  6. maken vuil
o.v.t.
  1. maakte vuil
  2. maakte vuil
  3. maakte vuil
  4. maakten vuil
  5. maakten vuil
  6. maakten vuil
v.t.t.
  1. heb vuil gemaakt
  2. hebt vuil gemaakt
  3. heeft vuil gemaakt
  4. hebben vuil gemaakt
  5. hebben vuil gemaakt
  6. hebben vuil gemaakt
v.v.t.
  1. had vuil gemaakt
  2. had vuil gemaakt
  3. had vuil gemaakt
  4. hadden vuil gemaakt
  5. hadden vuil gemaakt
  6. hadden vuil gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal vuilmaken
  2. zult vuilmaken
  3. zal vuilmaken
  4. zullen vuilmaken
  5. zullen vuilmaken
  6. zullen vuilmaken
o.v.t.t.
  1. zou vuilmaken
  2. zou vuilmaken
  3. zou vuilmaken
  4. zouden vuilmaken
  5. zouden vuilmaken
  6. zouden vuilmaken
diversen
  1. maak vuil!
  2. maakt vuil!
  3. vuil gemaakt
  4. vuilmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vuilmaken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
dirty drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
soil bodem; bodemoppervlak; compost; grond; pootaarde; rijksgedeelte; teelaarde
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
blemish viesmaken; vuilmaken aantasten; afgeven; bevlekken; bezoedelen; eer door het slijk halen; smetten; verontreinigen; vervuilen; vlekken
dirty viesmaken; vuilmaken bevuilen; vies maken; vuil maken
make dirty viesmaken; vuilmaken bevuilen; vies maken; vuil maken
pollute viesmaken; vuilmaken verontreinigen; vervuilen
soil viesmaken; vuilmaken besmeuren; bevlekken; bevuilen; bezoedelen; verontreinigen; vervuilen; vies maken; vuil maken
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
dirty bedoezeld; bevlekt; goor; groezelig; met vuil bemorst; morsig; onkies; onkuis; onrein; onverkwikkelijk; onzindelijk; ranzig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; vlekkig; vuil; walgelijk; weerzinwekkend