Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. zonde:
  2. zonnen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zonde de neerlandés a inglés

zonde:

zonde adj.

  1. zonde
    sin; shame

zonde [de ~] sustantivo

  1. de zonde (zedelijke slechtheid; ondeugd)
    the sin; the vice; the immorality; the fault

Translation Matrix for zonde:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fault ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde abuis; berisping; blaam; blunder; domheid; dwaling; euvel; feil; flater; fout; giller; gisping; incorrectheid; lering; mankement; misgreep; misslag; onjuistheid; onvolkomenheid; reprimande; standje; terechtwijzing; vergissing; verwijt
immorality ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde immoraliteit; onzedelijkheid; zedeloosheid
shame beschaamdheid; schaamte; schaamtegevoel; schandaal; schandaaltje
sin ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde
vice ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde bankschroef; guitigheid; ondeugd; schroefbank
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
shame beschaamd voelen; schamen; zich schamen
sin een zonde begaan; zondigen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
shame zonde
sin zonde

Palabras relacionadas con "zonde":

  • zondes

Wiktionary: zonde

zonde
noun
  1. een overtreding van een goddelijke wet of regel
    • zondesin
zonde
noun
  1. bad habit

Cross Translation:
FromToVia
zonde sin Sünde — Übertretung eines religiösen Gebotes oder Verbotes
zonde sin; transgression péché — Transgression volontaire de la loi divine ou religieuse. (Sens général).

zonde forma de zonnen:

zonnen verbo (zon, zont, zonde, zonden, gezond)

  1. zonnen
    to tan
    • tan verbo (tans, tanned, tanning)

Conjugaciones de zonnen:

o.t.t.
  1. zon
  2. zont
  3. zont
  4. zonnen
  5. zonnen
  6. zonnen
o.v.t.
  1. zonde
  2. zonde
  3. zonde
  4. zonden
  5. zonden
  6. zonden
v.t.t.
  1. heb gezond
  2. hebt gezond
  3. heeft gezond
  4. hebben gezond
  5. hebben gezond
  6. hebben gezond
v.v.t.
  1. had gezond
  2. had gezond
  3. had gezond
  4. hadden gezond
  5. hadden gezond
  6. hadden gezond
o.t.t.t.
  1. zal zonnen
  2. zult zonnen
  3. zal zonnen
  4. zullen zonnen
  5. zullen zonnen
  6. zullen zonnen
o.v.t.t.
  1. zou zonnen
  2. zou zonnen
  3. zou zonnen
  4. zouden zonnen
  5. zouden zonnen
  6. zouden zonnen
diversen
  1. zon!
  2. zont!
  3. gezond
  4. zonnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zonnen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
tan looi
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
tan zonnen bronzen; bruinen; leerlooien; looien; tanen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
tan beige; lichtbruin

Palabras relacionadas con "zonnen":


Wiktionary: zonnen

zonnen
verb
  1. zich gedurende een zekere tijd blootstellen aan zonnestraling
zonnen
verb
  1. to expose one's body to the sun

Traducciones relacionadas de zonde