Neerlandés

Traducciones detalladas de zuiver de neerlandés a inglés

zuiver:


Translation Matrix for zuiver:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
straight pokerterm voor straat; straat
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
clean bergen; opruimen; reinigen; schonen; schoonmaken; schoonpoetsen; uitwassen; wassen; zemen; zuiveren
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
faultless feilloos; foutloos; zuiver correct; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken
flawless feilloos; foutloos; zuiver foutloos; gaaf; loepzuiver; onaangetast; perfect; puntgaaf; volmaakt
hygienic hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver hygiënisch
infallible feilloos; foutloos; zuiver loepzuiver; onfeilbaar
pristine kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
pure gaaf; hygienisch; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; onvermengd; puur; rein; schoon; virginaal; zuiver gekuist; kuis; louter; onvermengd; onversneden; pure; zuivere
unfailing feilloos; foutloos; zuiver
unspoiled gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver onaangetast; onbedorven; onbevlekt; onschuldig; onverzwakt; rein; vlekkeloos
untainted gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver gaaf; onaangetast; onbedorven; onbevlekt; onschuldig; puntgaaf; rein; vlekkeloos
untouched gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver koel; koud; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongeïnteresseerd; onverschillig; onverzwakt
virginal gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; puur; rein; virginaal; zuiver
- echt; louter
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
clean hygienisch; kuis; proper; rein; schoon; zuiver deugdzaam; eerzaam; gewoonweg; gladweg; kuis; net; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; rein; ronduit; schoon; zedig; zindelijk
cleaned gekuist; gereinigd; netjes; zuiver
cleansed gekuist; gereinigd; netjes; zuiver
maidenly gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
straight onvermengd; puur; zuiver cru; direct; directe; echt; eerlijk; gewoonweg; gulweg; kaarsrecht; klinkklaar; lijnrecht; linea recta; loodrecht; menens; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; recht; rechtdoorzee; rechtstreeks; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit
tidied gekuist; gereinigd; netjes; zuiver

Palabras relacionadas con "zuiver":


Sinónimos de "zuiver":


Antónimos de "zuiver":


Definiciones relacionadas de "zuiver":

  1. geen namaak1
    • dat is zuiver goud1
  2. enkel en alleen1
    • zuiver vanwege de centen wil hij niet mee1
  3. helemaal zoals het hoort1
    • hij spreekt zuiver Nederlands1

Wiktionary: zuiver

zuiver
verb
  1. to discharge feces from the digestive tract
adjective
  1. free of guilt or suspicion
  2. free from extraneous elements

Cross Translation:
FromToVia
zuiver well done sauberumgangssprachlich: gut gemacht!
zuiver clear; bright; light; shiny; distinct; plain; obvious; explicit; lucid; straightforward; light-coloured clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière.
zuiver limpid; transparant; pellucid; clear; distinct; plain; obvious; explicit; straightforward limpide — Qui est clair, transparent.
zuiver absolute; stark; perfect; impeccable parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
zuiver pure; simple; straightforward; common; unpretentious; clean; untainted; mere; sole; solitary; absolute; stark pur — Qui est sans mélange.

zuiver forma de zuiveren:

zuiveren verbo (zuiver, zuivert, zuiverde, zuiverden, gezuiverd)

  1. zuiveren (schoonmaken; reinigen; schoonpoetsen)
    to clean; to clear; to give a good cleaning; to wash; to remove
    • clean verbo (cleans, cleaned, cleaning)
    • clear verbo (clears, cleared, clearing)
    • give a good cleaning verbo (gives a good cleaning, gave a good cleaning, giving a good cleaning)
    • wash verbo (washes, washed, washing)
    • remove verbo (removes, removed, removing)
  2. zuiveren (onschuldig verklaren; vrijspreken; dechargeren; vrijpleiten)
    found innocent; to clear

Conjugaciones de zuiveren:

o.t.t.
  1. zuiver
  2. zuivert
  3. zuivert
  4. zuiveren
  5. zuiveren
  6. zuiveren
o.v.t.
  1. zuiverde
  2. zuiverde
  3. zuiverde
  4. zuiverden
  5. zuiverden
  6. zuiverden
v.t.t.
  1. heb gezuiverd
  2. hebt gezuiverd
  3. heeft gezuiverd
  4. hebben gezuiverd
  5. hebben gezuiverd
  6. hebben gezuiverd
v.v.t.
  1. had gezuiverd
  2. had gezuiverd
  3. had gezuiverd
  4. hadden gezuiverd
  5. hadden gezuiverd
  6. hadden gezuiverd
o.t.t.t.
  1. zal zuiveren
  2. zult zuiveren
  3. zal zuiveren
  4. zullen zuiveren
  5. zullen zuiveren
  6. zullen zuiveren
o.v.t.t.
  1. zou zuiveren
  2. zou zuiveren
  3. zou zuiveren
  4. zouden zuiveren
  5. zouden zuiveren
  6. zouden zuiveren
diversen
  1. zuiver!
  2. zuivert!
  3. gezuiverd
  4. zuiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zuiveren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
remove afnemen; afstoffen; afwissen
wash golfslag; kielwater; kielzog; omslaan van golven
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
clean reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren bergen; opruimen; schonen; uitwassen; wassen; zemen
clear dechargeren; onschuldig verklaren; reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; vrijpleiten; vrijspreken; zuiveren afdekken; afruimen; banen; bevrijden; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijvechten; wissen
found innocent dechargeren; onschuldig verklaren; vrijpleiten; vrijspreken; zuiveren
give a good cleaning reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren
remove reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren aanrekenen; aanwrijven; afdoen; afhandelen; afnemen; afscheiden; afstoffen; afvoeren; afzonderen; beslechten; dalen; declineren; demonteren; disloqueren; ecarteren; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; lichten; lozen; minder worden; minderen; ontmantelen; onttakelen; ontzetten; roeren; stoffen; tanen; teruggaan; twist uit de weg ruimen; uit de macht ontzetten; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uithalen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; verhuizen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervallen; vervoeren; vervreemden; verwijderen; verzetten; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegleiden; wegnemen; wegvoeren; wegwerken
wash reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; zuiveren afspoelen; omspoelen met water; uitspoelen; uitwassen; wassen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
clean deugdzaam; eerzaam; gewoonweg; gladweg; hygienisch; kuis; net; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; rein; ronduit; schoon; zedig; zindelijk; zuiver
clear aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig

Wiktionary: zuiveren

zuiveren
verb
  1. van verontreinigingen ontdoen
zuiveren
verb
  1. to purify

Cross Translation:
FromToVia
zuiveren purify; clean; cleanse; purge; launder purifierrendre pur, ôter ce qu’il y a d’impur, de grossier, d’étranger.