Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. behelpen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de behelpen de neerlandés a español

behelpen:

behelpen verbo (behelp, behelpt, behielp, behielpen, beholpen)

  1. behelpen

Conjugaciones de behelpen:

o.t.t.
  1. behelp
  2. behelpt
  3. behelpt
  4. behelpen
  5. behelpen
  6. behelpen
o.v.t.
  1. behielp
  2. behielp
  3. behielp
  4. behielpen
  5. behielpen
  6. behielpen
v.t.t.
  1. heb beholpen
  2. hebt beholpen
  3. heeft beholpen
  4. hebben beholpen
  5. hebben beholpen
  6. hebben beholpen
v.v.t.
  1. had beholpen
  2. had beholpen
  3. had beholpen
  4. hadden beholpen
  5. hadden beholpen
  6. hadden beholpen
o.t.t.t.
  1. zal behelpen
  2. zult behelpen
  3. zal behelpen
  4. zullen behelpen
  5. zullen behelpen
  6. zullen behelpen
o.v.t.t.
  1. zou behelpen
  2. zou behelpen
  3. zou behelpen
  4. zouden behelpen
  5. zouden behelpen
  6. zouden behelpen
diversen
  1. behelp!
  2. behelpt!
  3. beholpen
  4. behelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for behelpen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
defenderse afweren; verdedigen; verweren; weren
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
arreglárse con behelpen
defenderse behelpen bolwerken; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten

Wiktionary: behelpen

behelpen
verb
  1. zich ~: een provisorische oplossing bedenken voor een probleem dat men heeft bij gebrek aan hulp van anderen